Archieven

141 In de naam van de heer Amen. Vandaag 6 juni 1648 verscheen voor mij notaris en getuigen Adriaen zoon Laurens Henrick Francken en diens vrouw Handersken dochter van Willem Janssen Spierincks, welke Adriaen ziek in zijn bed ligt en Handersken gezond van lijf en leden is en beiden in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze overdenken de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en willen daarom eerst hun testament opmaken en willen het na hun dood zo hebben uitgevoerd, ook al zou het in strijd zijn met ander recht. Ze bevelen hun zielen zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de almachtige god en willen in gewijde grond worden begraven. Voor hun naamspatroon en vanwege eventueel onrechtvaardig verkregen bezit vermaken ze aan de kerk van Den Dungen 3 stuivers eens en aan de H. Geest van Den Dungen ook 3 stuivers eens. Verder vermaken ze elkaar over en weer aan de langstlevende van hen beiden een stuk akkerland of hopland gelegen achter de herberg van Jan de Weerdt, dat ze met Geert Geurts hebben gedeeld en daarmee mag de langstelvende naar eigen keuze handelen, het verkopen, overdragen, belasten of via testament over beschikken. Verder willen ze dat de langstlevende aan hun beider kinderen een uitzet zal meegeven als die kinderen komen te huwen of een andere goedgekeurde status krijgen, en wel 100 gulden eens. Verder willen ze dat als hun kinderen overlijden zonder wettig nageslacht te hebben, dat na dood van de langstlevende van hen beiden hun bezit zal versterven op de familie vanwaar het afkomstig was, waarbij de dode partij met de levende zal delen. Ze benoemen hun beider kinderen als hun universele erfgenamen. Als voogden over hun kinderen benoemen ze Handrick zoon van Laurens Hendrick Francken en Gerard zoon Geurt Huijberts Luijcken en ze verzoeken hen de voogdijschap op zich te willen nemen. De testateurs verklaren dat dit hun testament is.

140 ( Het eerste deel van de bladzijde is blanko. De akte begint dus ergens halverwege, is een testament van Willem Mattijssen van der Merendonck )
.................. Vanwege eventueel onrechtvaardig verkregen bezit en ter erkenning van zijn naamspatroon vermaakt hij aan de kerk van Den Dungen 2 stuivers eens en aan de H. Geest van Den Dungen ook 2 stuivers. Verder wil de testateur dat Adriaen, Rut, Margriet en Albertus elk hun uitzet krijgen zoals Jan en Lijsken al gehad hebben. Verder wil hij dat Margriet vooraf 100 gulden zal krijgen en de huik van haar moeder en die 100 gulden vrij te maken uit het Campse Velt. Als Margriet geen wettige kinderen krijgt gaat de 100 gulden naar de familie vanwaar afkomstig. Verder wil hij dat Adriaen en Ruth vooraf beiden als uitzet de schuit krijgen met toebehoren en de koets en het bed, hoofdpeluw, sarsie en twee paar lakens en toebehoren. Verder wil de testateur dat Geertien dochter van Goort Goijaerts als uitzet vanwege haar trouwe diensten in plaats van de nieuwe zwarte rok 24 gulden krijgt, die zijn andere kinderen samen dienen te betalen en zijn kinderen moeten ook samen de schulden betalen. De testateur verklaart dat dit zij testament is. Aldus geschied in Den Dungen 18 mei 1648, in aanwezigheid van Hendrick Peters van der Aa en Bernardt Geert Beniers als getuigen. Ondertekend : dit merk is van Willem Mattijssen van de Merendonck testateur, H.P. van der Aa, Bernaert Gerit Beniers, quod attestor A. Grahame notaris.

139 In de naam van de heer Amen. Vandaag 13 april 1647 verscheen voor mij notaris en getuigen Jan zoon Aert Jansse van den Heuvel inwoner van Den Dungen ziek in bed liggend maar wel in het bezit van zijn verstand en geheugen. Hij overdenkt de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en wil daarom eerst zijn testament opmaken en wil het na zijn dood zo hebben uitgevoerd, ook al zou het op sommige punten strijdig zijn met ander recht. Hij beveelt zijn ziel zodra hij is komen te overlijden aan bij de almachtige god en wil in gewijde grond worden begraven. Vanwege zijn patroonsheilige en eventueel onrechtvaardig verkregen bezit vermaakt hij aan de kerk van Den Dungen 25 stuivers eens en de H. Geest van Den Dungen 2 gulden tien stuivers eens, direkt na zijn dood te betalen. Hij vermaakt aan Margriet weduwe van Ruth Aerts van den Heuvel vanwege verleende trouwe diensten en om hem daartoe moverende redenen zijn koets waarin hij slaapt, zijn saerts en al zijn ..., zijn rogge en boekwijt en zijn blok of kast en zijn koperen pot en Margriet krijgt dit zonder dat iemand zich daarover kan beklagen. Hij vermaakt aan Antonis Driessen zijn trog. Na deze legaten benoemt hij als zijn universele erfgenamen Anne weduwe van Peter Hermans zijnde zijn zuster en verder Aert, Lijsken, Merieken en Anneke, als broer en gezusters en kinderen van Ruth Aerts van de Heuvel zijnde de broer van de testateur verwekt bij Margriet dochter van Jan Bastiaens en nog Ancem zoon van ... Cornelissen verwekt bij Marieke dochter van Aert Janssen van de Heuvel, zijnde de zuster van de testateur. Hij wil dat de genoemde kinderen daarbij in de plaats van hun ouders komen en dat de dode partij met de levende zal delen. Verder wil hij dat Margriet weduwe van Ruth Aerts de portie zal krijgen die de kinderen van Ruth Aerts van hem testateur zullen erven tot de tijd toe dat de kinderen komen te huwen of tot een andere goedgekeurde status komen

138 In de naam van de Heer amen. Vandaag 16 februari 1647 verscheen voor mij notaris en getuigen Willem zoon van Huijbert Huijberts van der Merendonck ziek in bed liggend maar wel in het bezit van zijn verstand en geheugen. Hij beseft de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en wil daarom eerst zijn testament opmaken en wil het zo hebben uitgevoerd, ook al zou het op sommige punten in strijd zijn met ander recht. Hij beveelt zijn ziel zodra hij is komen te overlijden aan bij de almachtige God en wil in gewijde aarde worden begraven. Vanwege eventueel onrechtvaardig verworven bezit en vanwege zijn naamspatroon vermaakt hij aan de kerk van Den Dungen een pond groot eens, de tafel van de H. Geest in Den Dungen ook een pond groot eens. Verder wil de testateur dat de kinderen van Meriken Huijbert Huijberts van de Merendonck verwekt bij Goijaert Hendricks van Kempen, en Jan en Huijbert als nakinderen van deze Merieken verwekt bij Roelof Janssen zijnde haar tweede man, hoofdelijk evenveel zullen erven van het bezit van de testateur en hij wil dat die kinderen samen in de plaats van de moeder komen en de dode partij met de levende zal delen. De door hem te benoemen erfgenamen mogen zijn bezit niet eerder delen dan na de dood van Jenneken als weduwe van Huijbert Huijberts van der Merendonck maar ieder van zijn erfgenamen zal daarvan het jaarllijkse inkomen krijgen tot aan de dood van deze Jenneken. Indien deze Jenneken een van haar kinderen zou bevoordelen zullen de andere kinderen van Jenneken naast het normale erfdeel, het meerdere krijgen dat de bevoordeelde kinderen al hebben gehad. Verder vermaakt de testateur aan Huijbert Hendrick Huijberts van de Merendonck zijn bed waar hij in slaapt, aan Cornelis Hendrick Huijberts vermaakt hij verder een kist.