Archieven

64 In de naam van de Heer amen. Vandaag 16 mei 1646 verscheen voor mij notaris en getuigen Hendrick Peters van der Aa en diens vrouw Lijsken dochter van Jan Delis Weijgergancks, welke Hendrick gezond van lijf en leden is en Lijsken ziek in bed ligt, maar beiden in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze overdenken de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en willen daarom eerst hun testament opmaken en willen het zo na hun dood uitgevoerd hebben ook als zou het op sommige punten in tegenspraak zijn met ander recht. Ze bevelen hun zielen zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de almachtige God en willen dat ze in de kerk van Den Dungen worden begraven. Ze vermaken vanwege hun patroonsheiligen en voor eventueel onrechtvaardig verkregen bezit aan de kerk van Den Dungen 2 gulden eens, als versiering van het St. Catalijnenaltaar 3 gulden eens, de H. Geest 3 gulden eens. Verder vermaken ze elkaar over en weer aan de langstlevende van hen beiden een stuk land aan hun tuin dat ze van Huibert Hendrick Broeren hebben gekocht, dat de langstlevende mag verkopen, transporteren etc. zodat dat stuk land aan de langstlevende blijft of voor diens nageslacht of erfgenamen. Verder willen de testateurs dat na de dood van de langstlevende al hun bezit weer versterft op de familie waarvan het afkomstig is, waarbij de dode partij met de levende zal delen. Lijsken als testatrice benoemt als haar erfgenamen de kinderen van Peter Willem Ariens, de kinderen van Willem Hanssen Weijgergancks, waarbij die kinderen in de plaats van hun ouders komen. Het bezit dat de testateurs samen in hun huwelijk hebben verworven gaat in 2 delen, waarbij ook de dode partij met de levende zal delen. Verder willen ze dat de voor- en de nakinderen van Neesken Peter Willem Ariens in alle bezit zullen meeparten afkomstig van Lijsken en ook in het geconquesteerde bezit. De testateurs verklaren dat dit hun testament is.

26 In de naam van de Heer amen. Vandaag 9 februari 1646 verscheen voor mij notaris en getuigen Peter Peters van der Aa ziek in bed liggend maar wel in het bezit van zijn verstand en geheugen. Hij beseft de broosheid van de menselijke natuur, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van het uur waarop en wil daarom eerst zijn testament hebben opgemaakt en wil het als zodanig te worden uitgevoerd ook al zou het strijdig zijn met ander recht. Hij beveelt zijn ziel zodra hij is komen te overlijden aan bij de almachtige God en wili in de kerk van Den Dungen worden begraven waar zijn ouders een graf hebben. Vanwege eventueel onrechtvaardig verkregen bezit en als erkenning van zijn naamspatroon vermaakt hij aan de kerk van Den Dungen een pond groot en aan de tafel van de H. Geest in Den Dungen een rente van 12 gulden per jaar staande op het huis van Huijbert Adriaen Huijberts aflosbaar met 300 gulden eens. Die rente direkt na zijn dood te ontvangen. Indien de H. Geest die rente niet kan ontvangen of als ze wordt afgenomen door de staten van het land, wil de testateur dat de rente versterft op zijn naaste erfgenamen. Verder vermaakt hij aan de armen van Den Dungen als zijn meubels, huisraad, linnen- en wollen goed, etenswaren, bed en toebehoren en alle andere vaste en roerend bezit, inclusief de oogst op het veld staande zoals hij zelf eerder heeft ingezaaid, ook het brandhout en verder alles wat buiten en binnen het huis wordt aangetroffen, behalve zijn geld. De H. Geestmeesters moeten daarvoor een openbare verkoop houden en het geld ervan aan de armen uitreiken en daarvan goed bewijs overleggen in aanwezigheid van poorters van de stad Den Bosch zijnde Jan Lenert Gijsberts en Jan Janssen Spierincks. Ondertekend : Peter Peters van der Aa, Jan Lenert Gijsberts, Jan Janssen Spierincks., quod attestor A. Grahame notaris.

1 In de naam vande Heer amen. Vandaag 18 Janauri 1647 verscheen voor mij notaris en getuigen Jan Lenaert Gijsberts en diens vrouw Willemke dochter van Geert Jan Thonis van de Mugheuvel, welke Jan gezond van lijf en leden is en Willemke ziek in bed ligt, maar beiden in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze beseffen de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en willen daarom eerst hun testament opmaken. ..... (Deze akte wordt niet verder vervolgd, zie echter de volledige minuutakte in protocol nr. 2 van deze notaris Grahame).