Voor mij notaris en getuigen verscheen Neesken weduwe van Jan Jacob Spierincks ziek in bed liggend maar wel in het bezit van haar 5 zintuigen, verstand en geheugen. Ze verklaart dat zij het overgebleven geld van de verkoop van haar percelen zijnde 800 gulden ten dele heeft uitgezet op obligaties en ten dele heeft opgemaakt vanwege haar ouderdom, haar ziekte en ook vanwege de ziekte en uitvaart van haar dochter Margriet. Ze verklaart dat ze de obligaties heeft uitgezet bij Mathijs ....(?) voor 200 gulden, aan haar zoon Roelof voor 125 gulden, aan Geert Aerts te Gestel op de Brantsche heide de som van 75 gulden, verder nog aan Goijaert Arien Peters 100 gulden, haar zoon Jan de som van 50 gulden en aan Niclaes Ghielens te Heel de som van 50 gulden. Verder verklaart de comparante dat het resterende geld vanwege haar ouderdom, ziekte en de ziekte van haar dochter, is opgemaakt en verzoekt haar andere kinderen dat haar dochter Jenneken voor haar moeite en trouwe dienst naast dat geld van hierboven de som van 50 karolusguldens krijgt ter voldoening van de 10 gulden die de comparante van Jenneken was voorgeschoten en nog door Jenneken was betaald in de ziekte van de comparante en als deel van haar uitzet. Verder wil ze dat haar zoon Huijbert vooraf de som van 13 gulden krijgt die hem nog resten voor zijn uitzet. De comparante wil dat hierdoor tussen haar kinderen geen onmin ontstaat. Aldus geschied in Den Dungen ten woonhuize van de comparante in aanwezigheid van Mathijs Claessen en Hendrick Laurensen als poorters en getuigen op 26 november 1652. Ondertekend: dit merk is van + Neesken Jan Jacob Spierincks, dit merk is van + Mathijs Claessen, Hendrick Laurenssen, quod attestor A. Grahame notaris.