Archieven

30 Helena Proventia weduwe van Reijnier van der Heijden, wonende te Grave machtigt Willem van Bronckhorst, procureur te ’s-Gravenhage om voor de raad van state van de Verenigde Nederlanden betaling te verzoeken voor maken van uitgang onder de wal in Grave voor 218 gulden en 2 stuivers.

29 Peter van Boeckholt, meerderjarig jongman, Johanna van Boeckholt en Jacoba van Boeckholt, beide meerderjarige jongejuffrouwen, Godefridus de Goeij en Theodora van Boeckholt, echtelieden, wonende te Grave en Maria van Boeckholt, wonende te Uden, allen kinderen en erfgenamen van wijlen Arnoldus van Boeckholt en Johanna Coppens, in leven echtelieden machtigen hun broers Theodorus en Arnoldus van Boeckholt, mede-erfgenamen om zich te begeven naar ’s-Gravenhage om voor raad van state van de Verenigde Nederlanden betaling te verzoeken voorwerkzaamheden van hun voornoemde vader aan fortificaties in 1702 en 1704 ten bedragen van respectievelijk driehonderd en een gulden en 4 stuivers, eenhonderd en twee en negentig gulden, zeven en negentig gulden en toe stuivers, zeshonderd drie en tachtig gulden en twee stuivers, alsmede een bedrag van zevenhonderdvier gulden en elf stuivers, berustende bij Willem van Bronckhorst te ’s-Gravenhage.

27 Henderik Leonardus Pets baron van Neten, vaandrig onder het regiment van overste baron de Vilatte, in garnizoen te Grave machtigt de heer N. Bruel, notaris en procureur te ’s-Hertogenbosch om voor de drossaard van stad en land van Zevenbergen wettelijk te bekennen dat de comparant heeft verkocht aan Josina Maria Knaap, zijn tante, wonende te Oudenbosch, het derde part in drie bunder weiland onder Zevenbergen, genaamd Buijcxen hoefken.

24 Maria Heijnen weduwe van Jan Francis van Eenwick, wonende te Grave en Ester Anna Maria du Bois, meerderjarige ongehuwde jongejuffrouw machtigen Jacobus Verschueren om voor het gerecht van Grave vest- en opdrachtbrieven te passeren van een huis erf en stalling in de Hamstraat aan Maria van den Hoogen weduwe van Hendrik Kuenen.