Archieven

34 Jacob Hoefs en Agnes de Leuw echtelieden te Deursen benoemen elkaar tot universele erfgenamen.

31 Hermen Beijer en Gertruyd v. Osch echtelieden te Ravenstein, legateren 50 gulden aan Jacomyn Janssen en aan Maria Anna van Osch. Na het overlijden van de langstlevende gaat de helft van de erfenis naar de zusters en broeders van testateur of bij vooroverlijden hun kinderen. De andere helft gaat naar de twee broers van testatrice of bij vooroverlijden hun kinderen. Ook haar halfbroer Jan van Summeren of diens kinderen delen mee in deze helft. Geprotocolleerd 25-01-1780.

30 Bastiaen Elgers wonend te Ravenstein, zwak van lichaam, herroept eerdere testamenten van 24-11-1771 en 08-01-1774 en met name het legaat aan zijn zoon Mathijs. Nu krijgt zijn zoon Joannes alle gerede en meubilaire goederen en gereedschappen behorend bij de hoedmakerie en dat wegens zijn assistentie en verpleging. Erfgenamen zijn zijn zoon Mathijs, zijn dochter Marie en zijn zoon Joannes. Verder erven nog hun halfbroers en halfzusters.

29 Agnes Jansse weduwe van Ant. v. Hoogstraete wonend te Ravenstein herroept het testament van 01-12-1742 dat ze met haar man voor de schepenen heeft gemaakt. De legaten blijven echter geldig. Ook het testament van 28-03-1777 te Ravenstein voor notaris de Groot gemaakt herroept zij. Testatrice heeft een recht op het leen, genaamt het Luttelvelt, van de heer erflanddrost van Laene of van Bree. Ze legateert aan haar nicht Gritie Jansen, getrouwd met B. van Schaijk wonend te Bergen al haar goud en zilver, als ook haar linnen en wol. Ze legateert aan haar nicht Petronella, dochter van genoemde Gritje Janssen 1000 gulden. Ze benoemt als erfgename voor de helft haar zus Elysabet, getrouwd met Wilm van Berkel, wonend te Ravenstein. De andere helft is voor de gezamenlijke kinderen van Gritie Jansse. Uit deze helft moet wel 100 gulden betaalt worden aan haar neef Derc Jansse. Th. van Crugten zal de 1000 gulden voor nicht Petronella dienen te beheren.