Archieven

38 Rekest van Hendrik Pypers schoolmeester koster en voorzanger te Leende bij Heeze in kwartier Peelland inhoudende dat de suppliant des nachts tussen 20 en 21 december 1782 terwijl hij afwezig was ter verrichting van particuliere zaken en zijn vrouw en de rest van zijn huisgezin naar bed waren en sliepen hem het ongeluk is overkomen dat hij door dieven in zijn woonhuis toebehorende aan de gemeente Leende was bestolen en verzoekt nu om taxatie van de geleden schade, waarbij hij andere voorvallen noemt zoals bv. bij A. la Forme drossaard van Deurne en Liessel op 22 mei 1751, op 29 november 1765 T.Duytz koster en schoolmeester te Nuenen en Gerwen, bij J.Slingsbie predikant te Geldrop op 26 oktober 1780 en verzoekt dus om schadevergoeding.

22 Rekest van Johan Jacob Slingsbie predikant te Geldrop en Riel in kwartier Peelland i.v.m. een beurs voor kinderen van predikanten die theologie willen studeren en dat door de promotie van proponent Keuchenius tot predikant te Hilvarenbeek een van de beurzen vacant was geraakt nl. een van 100 gl. die hij graag wilde reserveren voor zijn zoon Adriaan Slingsbie – zie ook folio 933, 1091 waarin genoemd Bonifaciius Pannekoek op de vacante predikantsplaats te Gemert en speciaal onderzoek door de classis van Peel- en Kempenland [met veel details], folio 1384, 1432, 1471

12 Rekest van Johan Jakob Slingsbie predikant van de heerlijkheid Geldrop en Riel in kwartier Peelland inhoudende dat de suppliant in de nacht van 11 op 12 februari het ongeluk heeft gehad dat hij is overvallen door gauwdieven rovers en geweldenaars die op een zeer violente wijze de vensters van een kamer, waarin overigens niemand sliep, hadden opengebroken en het daarin staande kabinet hebben opengebroken en daaruit diverse goederen hadden gestolen en geroofd die in het rekest nader zijn gespecificeerd en hij dient een verzoek in om schadevergoeding en verwijst naar voorgaande resoluties o.a. die van 22 mei 1751 ten aanzien van A. La Forme drossaard der heerlijkheid Deurne en Liessel en die van 29 november 1756 t.a.v. F.Duyts koster en schoolmeester te Gerwen en Wetten; een kopie is doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.

28 Rekest van Henricus van Oirschot, Anna Elisabeth Bols, de weduwe van wijlen Martinus van Hoof, zowel voor zichzelf als voor hun kinderen, Martinus Franciscus van Hoof zoon van Anna Elisabeth, Reinout Dyderik Tuyl van Serooskerken Heer van de heerlijkheid Leende, Arnild Willem Tybosch, Cornelis van Boxtel, John van Bommel, M. en Hendrina van Koffel (?), Oeymans, zijn zuster Vercamp, Paulus Eckringa Heer van de heerlijkheid Geldrop, Cornelis van Hombroeck en Cornelis van Niervaart Heren der heerlijkheid Asten, de Armenblok van de Vughterendijk te ’s-Bosch, de erfgenamen van Hendrik Deenen, Hendrina en Wilhelmina Danse, Lambert Verdusseldonk, de weduwe Matheus van Hoof, Jean Louis Jannette, de raden en rekenmeester van het huis avn Bergen op Zoom, Johan Carel barom de Jeger Heer van Eckart, van Dooren, van Velsen in huwelijk hebbende Maria Anna de Tromp voor zich als voogd over Maria Anna Schenk, de voogden over Paulina Maria Constantina le Leu de Wilhem Vrouwe van Waalwijk, Frederik Leonard Baron van Heilman nomine uxoris, Regina van Beugen, Mr. Gerard Pieter Diert Heer van Melissant, Johannes van Vieldriel, Mr. Christiaan van Beresteyn, Mr. Gysbert van Beresteyn, Jan Thoro, Hendrik Conings, Anthony van Hout, Hendrik Philipsen, Petrus van Ryn als in huwelijk hebbende Susanna van Ryn, Maria Elisabeth Jannette, de weduwe van Gerit Willem Wale, Dielis Godschalcx, Stephen Schouten, Willem Schouten en Nicolaas van Osch, allen tiendheffers en eigenaars van diverse tienden verwijzend naar art. 3 en 4 van het plakkaat van 16 januari 1778 om de tijd van vier maanden te prolongeren tot acht maanden. – folio 938