Archieven

23 Rekest van Jan Roeland van Hasselt secretaris van Haaren Berkel en Heukelom doch volgens naar Ho: Mo: resolutie van 19 mei 1756 zijn vaste woonplaats moetende houden binnen de vrijheid Oisterwijk inhoudende dat enige aanmerkelijke wanorde en daaruit voortgekomen ongemak de stadhouder en schepenen der genoemde vrijheid genoodzaakt zijn geweest om op 14 maart 1777 een reglement op te stellen mbt de zitplaatsen in de kerk der hervormden waarbij o.a. was vastgesteld ‘dat de bank no.2 soude zyn voor de vrouwen van afgegaane scheepenen, militaire officieren en verdere gedistingeerde persoonen; dat de bank no.12 voor de fasmilie van J.R. van Hasselt soude zyn en dat de stoelen wierden gelaaten ten gebruike van de verdere vrouwspersoonen’; hierop volgde een reactie van een zekere Aemilius Laurens eertijds lakenfabrikant te Leiden die na het verlaten van die functie zich te Oisterwijk had gevestigd en nu afgegane schepen was en was gehuwd met een Armeniaanse huisvrouw [met details].

29 Rekest van Ludolph Diderick Willem Carel van Tengnagel ordinaris raad in den Hove van Gelderland aangevende dat hij door aankoop eigenaar is geworden van het adellijk kasteel Duurendaal gelegen onder Heukelom in kwartier Oisterwijk maar daat geen gestadig verblijf zal kunnen houden gezien zijn functie binnen Gelderland maar alleen ’s zomers voor ’n bepaald gedeelte aldaar te verblijven en ten dien einde enige meubels daarheen wil transporteren [met details]. – zie ook folio 370 reactie vanuit het college ter admiraliteit op de Maas

69 Rekest van Hendrik Kivits en Andries van Heeswijk eigenaars van de twee korenwindmolen te Oisterwijk en van de korenwatermolen onder Heukelom over de kwestie van molenaars uit omliggende plaatsen bv. Udenhout die met kar en paard en bellen in Oisterwijk komen om daar granen op te halen en weer terug te brengen, met een verwijzing naar een resolutie dd. 16 mei 1755.

56 Rekest van Cornelis Segbroek secretaris van Haaren Berkel Enschot en Heukelom in kwartier Oisterwijk residerende te Oisterwijk op basis van een resolutie van 19 mei 1756 inhoudende dat de suppliant door zijn hardhorendheid waardoor hij vaak niet verstond wat men van hem vroeg of wat hen gezegd werd, zoals blijkt uit de verklaring van de predikant en de stadhouder van het kwartier, en dat vanwege zijn hoge leeftijd [79] zijn memorie zeer klein is geworden en hij niet meer in staat is zijn bezigheden naar behoren uit te voeren en de secretarie te bedienen en hij is beducht dat er abuizen zullen optreden die alleen maar verwarring teweeg brengen en verzoekt om aanstelling van een substituut, waartoe aangesteld wordt Jan Roeland van Hasselt gedurende het leven van de huidige secretaris Segbroek.