Archieven

109 Rekest van Goijert PIETERS als VORSTER te ERP verklarende dat hij zich 8 jaren als vorster heeft laten gebruiken door de schepenen en borgemeesters van dat dorp om alle corporele diensten uit te voeren, waarvoor hij pretendeert 60 gulden te mogen genieten zoals ook de vorster te SINT OEDENRODE. In Erp volstaat men met 12 gulden uit te betalen wat veel te weinig is. Hij verzoekt die 60 gulden per jaar te mogen ontvangen of dat men zijn declaraties wil vergoeden. Hierover wordt contact opgenomen met het dorpsbestuur dat binnen 10 dagen schriftelijk kan reageren.

92 Brief van de rentmeester der domeinen Pieck heschreven op de 20e juni betreffende een resolutie van 15 mei 1651 inzake de reparatie van wegen en dijken in MAASLAND en PEELLAND. Genoemd worden in dit stuk o.a. een deel van de dijk te ROSMALEN, en ook ageert hij tegen een aantal onwillige dorpen in Peelland als Schijndel, Sint Oedenrode, Son, Veghel, Erp, Beek, Aarle en Lieshout die minstens voor 300 à 400 gulden zouden moeten assisteren in de reparatie van de wegen.

13 Rekest van de ingezetenen van Sint Oedenrode in het kwartier van Peelland inhoudende dat hoewel de ingezetenen van de genoemde vrijheid ‘bij weghe van apprehensie of andersints niet en behooren getrocken te worden van hunnen rechter competent ende domiciliair, ofte andersints gediverteert (?) van hunnen hooft richter, dat nochtans Jacob Leijdecker ruiter onder de compagnie van wijlen den Heere van Risoir binnen de Grave in garnizoen omtrent Erp gerecontreert ende gevangen genomen hebben van eenen predicheer van Gemert genaemt Broeder Johannes Boudewijns ende den selven binnen de Grave opgebracht ende geexamineert sijnde, soo ’t schijnt veel andere persoonen van St.Oedenrode soude geaccuseert [aangeklaagd] ende bedragen hebben van kerckelicken dienst gehoort ende daerbij tegens placcaten van retorsie misdaen te hebben, daerover oock eerst aengehaelt sijn Gijsbert Jan Cluijtmans president en Nicolaes van den Sande secretaris, dat daernae noch mede gevanckelick binnen de Grave gehaelt sijn Jannen Dirck Adriaens ende Heijman Claessen met de drijgementen van noch meer te willen doen halen ende vangen, oorsaecke waeromme de vs. gevangenen opt welbehagen van de gemeijnte van St.Oedenrode hebben getreden in accord met den Heere Grave van Hoorn als gouverneur van de Grave ende hem ter saecke vs. belooft duijsent ricxdalers dan dat daer van aen de gemeene regeerders ende ingesetenen van St.Oedenrode rapport gedaen sijnde, deselve daernae verclaert hebben hun ’t vs. accord niet aen te dragen noch ten regarde van de weduwen ende weesen, ten laste van de schamele gemeente te connen toestaen, waerop vier van de vs. geapprehendeerde persoonen bij provisie ontslagen wesende daerop weder in detentie moeten keeren meer andere ingesetenen met gelijcke apprehensie gedreijght werdende, howel sij niet en hebben misdaen, noch heur de saecke niet en raeckt, oorsaecke waeromme de supplianten heur recours [toevlucht] nemen aen desen Raedt,

37 De ingezetenen van Sint Oedenrode, Schijndel, Geldrop, veghel, Erp, Beek bij Aarle, Aarle Rixtel, Mierlo en Lieshout in het kwartier van Peelland melden in een rekest dat zij in 1638 door Zijne Hoogheid zijn gelast karren, wagens en paarden te leveren nader gespecificeerd in een toegevoegde lijst, begroot op een bedrag van 7940 gl. waarvan nog slechts 3790 gl. en 15 st. is vergoed; ze verzoeken deze onkosten te mogen omslaan over het hele kwartier van Peelland