Archieven

436 Claes Willem Delis (75), schepen van de dingbank Schijndel met een verklaring t.b.v. Jan Janssen Verweteringe en Peter Laurenssen Verweteringhe cum suis—sluit aan bij de vorige akte! Arien Lenaerts Peters was destijds getrouwd met Anthonisken weduwe van Herman Handrick Peters en in de akte wordt Joachim Aertss van der Schoot genoemd en een huiske op de Schoot onder d’Lutteleijnde—Claes Peters van Grinsven, secretaris van Schijndel. Getuigen: Willem Peter Hellinx en Mathijs Janssen Verhaegen.

435 Jan Goijaert Wouters (74) te Schijndel met een verklaring t.b.v. Jan Janssen Verweteringhe en Peter Laurenssen Verweteringhe cum suis nl. dat hem attestant in de koop van een stuk akkerland nabij het huis van Jan Goijaert Wouters int Hermalen onder Schijndel voor 12 gulden af te lossen met 200 gulden te vergelden aan Herman Handrick Peters, welke rente na de dood van Herman door zijn weduwe ter tochte is bezeten en circa 12 of 13 jaren geleden heeft de attestant die rente afgelost—maer daerover bestond verschil van mening. Getuigen: Jan Eijmbert Lamberts en Aert Joost Janssen.

422 Handrick Aert Dirckssen van Kessel, parochie Schijndel, verklaart dat ze zelf in de kost heeft gesteld aan Peter Jan Jorissen voor de jaarlijkse inkomsten van zijn goederen, dat Peter heeft aangenomen; Peter Jan Jorissen zal Handrick “loffelijck dienen, onderhouden in kost en drank, slapen, wassen, reinigen, vuur en licht in ziekte en gezondheid; mocht Handrick echter bier, brandewijn, pepercoeck of specerijen of medicamenten nodig hebben, dan moet hij die zelf bekostigen—voorts volgen nog enige condities. Gepasseerd Schijndel: Jan Anthonis Voets en Jan Handrick Eijmberts Voets, getuigen.

382 Faes Handrick Faessen (65), hopkoopman uit Schijndel met een verklaring t.b.v. Gerit Janssen van der Loo nl. hoe dat hij attestant in 1651, zonder zich de juiste dag te herinneren, met genoemde Gerit is gereden met hop naar de plaats Dieborch in het land van Gulick en gekomen zijnde in die stad, zo verklaart Faes, met Gerit is geweest ten huize van Goirt Cupman, knecht van de abt van Hambron, wonende in het huis van de abdij van Hambron staande binnen die stad en dat Goijaert voornoemd en Heesken zijn vrouw toentertijd zeiden en vertelden, dat jonker Charl van Vlierden, religieus van de abdij van Hambron, hem Goijaert uit het klooster van Hambron te hebben gestuurd om een lapke laken van ca. 3 ellen linnen binnen de stad Diesborch te Laten scheren, dat Gerit van der Loo voor jonker van Vlierden, religieus, had meegebracht vanuit ’s-Hertogenbosch en dat Gerit van der Loo toen zei: “Dat heb ick hem medegebracht tot een innofant, hij had mij een brieffken gelanght aen meester Baltis ten Bosch ende nu wil ick dat noch eens gescoren hebben.” Getuigen: Laurens Peters van Cueringen en Jan Thomas Ambrosius.