Archieven

Anna Clasen, weduwe van Hendrik Peters, wonend te Oeffelt, geeft te kennen dat zij voor 1/5 deel gerechtigd is in een klein huisje of hutje met ongeveer 1 morgen land, gelegen te Wanroij, door haar overleden ouders nagelaten. Zij wil nu samen met haar broer en zussen verkopen en heeft vier minderjarige kinderen. Tot momboir worden aangesteld Núl Roelofs en Jan Hendrix.

Jorden Jans, weduwnaar van Hermke Gijsbers en hertrouwd met Maria Hermans, wonende te Oeffelt, is genoodzaakt goederen te verkopen tot redding van de boedel. Hij heeft een onmondig kind en tot momboirs worden aangesteld Michiel Jans en Andries Gijsbers.

Jorden Jans, weduwnaar van Hermken Gijsbers, wonende te Oeffelt, vraagt toe-stemming om een stuk weiland gelegen te Vierlingsbeek en eigendom van hun minderjarige zoon te mogen verkopen. Tot momboirs worden aangesteld Michiel Jans en Andries Gijsbers, bloedooms.

74 Herman Rutten en Arnoldina Haanen echtelieden te Oeffelt vernietigen hun testament van 11-7-1797 voor schepenen van Boxmeer. Prelegaat aan hun innocente zoon Johannes Rutten 500 gulden, om na beider overlijden onder toezicht en behering en inwoning te zijn van hun zoon Lambertus Rutten en schoondochter Gertruda Ariaans, echtelieden. Verder willen ze na beider aflijvigheid aan voornoemde zoon en schoondochter 200 gulden geven, daar aan de andere kinderen hetzelfde is verstrekt voor de uitzet. Verder prelegateren ze aan hen 250 gulden en de grote lessenaar. Hun erfgenamen zijn hun zoon Jacobus voor 1/7; Jacomina, Margareta en Hermanus Nilissen, kinderen van hun dochter Johanna Rutten in leven vrouw van Peter Nilissen, samen voor 1/7; aan hun innocente zoon Johannes Rutten 1/7; aan hun zoon Arnoldus Rutten voor 1/7; Anna Catharina Jacobussen, door Jan Jacobussen bij wijlen dochter Maria Rutten voor 1/7; hun dochter Theodora Rutten gehuwd met Hermen van Mil voor 1/7 en voor hun zoon Lambertus Rutten voor 1/7.