Archieven

70 Rekest van Jan Gerard de Vriese tot den Wesenbergh inhoudende dat haar Ho: Mo: hadden goedgevonden door het offiicie fiscaal van Brabant te doen waarnemen een zekere zaak of kwestie over het recht van patronaatschap en collatie van een beneficie te Esch hetwelk de suppliant pretendeerde te competeren; die zaak was in 1688 gerenvoyeerd aan de Raad van Brabant; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.

10 Rekest van Johan Gerard de Vries tot den Wesenbergh inhoudende dat de suppliant en zijn voorouders van ondenkelijke tijden het recht hadden gehad en in possessie waren geweest van de patronen laïcaal te confereren een zeker beneficie van pastorie of vicarie in de kerk van Esch geconfereerd op Elias van Suyrmont waarover de Ho: Mo: ingewonnen advies hadden gevraagd aan rentmeester Van Heurn, dat niettemin de Hoogduitse predikant Gosuinus van der Horst aan haar Ho: Mo: te kennen had gegeven dat het voorschreven beneficie een beurs was en juris ecclesiastici en altoos bekomen collatie op zijn zoon; daarom heeft de suppliant zich gewend tot de Ho: Mo: verwijzend naar resoluties van 29 december 1679, 19 juli 1680, 18 augustus 1681 en 29 oktober 1689 had begrepen, dat de suppliant zijn titel nl. een authentieke kopie van zijn fundatiebrieven zou moeten laten zien; dat de suppliant daarop had getoond dat zijn cijnsboek de titel was en de aloude possessie de beste titel die vereist kon worden [met nadere details]

17 Rekest van Thobias Anthonisz. inhoudende dat zijn vader Tobias in zijn leven vorster te Esch in kwartier Oisterwijk op de 18e juni is komen te overlijden en de suppliant verzoekt met het vorsterambt begunstigd te mogen worden door de Ho: Mo: en verder te approberen de akte van survivance van het vorsterlijk ambt van de Baronie van Boxtel op de suppliant verleend; akkoord om aangesteld te worden als vorster van Esch mits hij de eed aflegt aan handen van kwartierschout de Ruyter. – zie ook folio 519 waar vermeld dat Maximiliaan Prins de Hornes als baron van Boxtel hem had gegeven de vorstersplaats binnen de baronie dd. 24 april 1686

20 Uitvoerig relaas van Van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh die in 1787 te Esch in de Meierij van ’s-Hertogenbosch alle boeken en papieren heeft opgevraagd om daarin een onderzoek te doen naar de Vaderlandse Sociëteit die bestaan heeft te ’s-Hertogenbosch en de procedures voor de Raad van Brabant [3 tekstkolommen]. – zie ook folio 951, 1022, 1027 [2 tekstkolommen]