Archieven

18 Missive van drossaard J.L. Winckel in de heerlijkheid Nieuwkuijk geschreven te Drunen waarbij hij kennis geeft van de infractie [inbreuk] die J.B.Halfwassenaar als Heer van de dorpen Nieuwkuijk en Onsenoort en B.Middelkoop als drossaard van Onsenoort hadden getracht te doen op de privileges van haar Ed: Mo: t.o.v. het laten schouwen van de Maasdijk voor zover het ’t territorium van Nieuwkuijk betreft.

3 Rekest van Johan Lodewijk Winckel drossaard der heerlijkheid Nieuwkuijk verzoekende dat het haar Ho: Mo: zou mogen behagen hem suppliant te autoriseren om altoos met een geladen geweer te mogen rondlopen als ook iemand voor zijn eigen veiligheid te mogen meenemen en daarom de leen- en tolkamer in ’s-Hertogenbosch aan te schrijven de begonnen procedures in het rekest aangegeven op te schorten en de suppliant niet langer hiermee lastig te vallen en voorts de drossaard van Drunen te condemneren [veroordelen] in de kosten zowel bij de leen- en tolkamer als door deze des suppliants rechtmatige klachten bij haar Ho: Mo: veroorzaakt den suppliant te refunderen; een kopie gaat naar de heren belast met de Meierijse zaken. – zie ook folio 591, folio 731 de dienaar van justitie mag aangesteld worden tegen een jaartraktement van 80 gl. en 10 gl. voor kleding en de regenten wordt verzocht voor dienaar een woning te huur aan te bieden, folio 864

126 Bericht op een gezamenlijk en uiterst uitvoerig rekest van de regenten van Loon op Zand, Waalwijk, Drunen en Nieuwkuijk die om remissie in de verponding verzoeken vanwege de schade veroorzaakt door het ‘extraordinair onweder van donder, blixem en hagelslag den 16e july jongstleden voorgevallen’. Men heeft ter plaatse een nauwkeurige visitatie afgelegd o.a. te Nieuwkuijk in de blokken de Bubbelaars, Delle Kempkens, Hoge en Fembroek waar de rog, boekweit en hop verhageld is, te Drunen de blokken genaamd de Moulanden, de braken aan de noordzijde der Landakkers, Hoeken, Hofsteden, Heuvels, Heivelden, Heijcampen, oude gemeente Hoefakkers, de Vennen en Lage Vennen, waar de granen nog erger zijn beschadigd dan in Nieuwkuijk, in Loon op zand de blokken Kerkstraat, Molenstraat, land van Cleef, Bestloon, Craanven, Efteling, Roestelberg, Hoekske, Vaart, Heijkant, Hil, Moerstraat, Grote Moer, Kaatsheuvel, Mariendaal en tenslotte te Waalwijk. Voorts wordt melding gemaakt van doortrekkende, ingekwartierde en gekantonneerde o.a. het kampement van de Hollandse troepen omtrent de Loonschedijk. Men verzoekt om remissie in de verpondingen en gemene middelen. Aan het slot van de akte geeft men meerdere details over alle lasten die men te betalen heeft. Vooral voor Nieuwkuijk geldt een aaneenschakeling van calamiteiten zoals wateroverlast in 1740, rundveepest, de grote brand in 1746 ontstaan in een huis boven de schutsboom te Vlijmen waardoor in Nieuwkuijk 85 huizen, 2 brouwerijen en de kerk zijn afgebrand.

35 Rekest van Daniel Noortbergh predikant en professor in de Oosterse talen te ’s-Hertogenbosch die op 23 april 1724 is bevestigd tot predikant te Drunen en Nieuwkuijk en sedert 1738 in de stad ’s-Hertogenbosch en nu dus al ruim een halve eeuw predikant is en dat zonder enige intermissie [‘waarlijk een kostelijk voorrecht dat weinigen mag gebeuren – Gode zij des wegen alleen de Eere] en naar tevredenheid uitgeoefend getuige de attestatie van de classis. Hij is nu 77 en het oudste lid van de classicale vergadering en verzoekt hem, mede vanwege de ongemakken van de ouderdom, emeritus te verklaren. Akkoord.