Archieven

3 Rekest van Willem Blonket pachter van de grote Brabantse landtol geleide- en paardengeld in zijn zaak tegen Johannes Godefridus Heeren koopman in granen te ’s-Hertogenbosch ter zake van het vervoeren van boekweit van Waalwijk naar Rotterdam op een vrij tolbiljet [discussie - lange akte].

Memorie van de raad en rentmeester generaal met diverse berichten o.a. het overlijden van schoolmeester Agenlock te Best mede in verband met de nalatenschap van genoemde schoolmeester; voorts over een proces te Waalwijk; idem een proces i.v.m. de Zwijmelbrug te ’s-Hertogenbosch; de slechte weg aan de Broekzijde onder Moergestel en onder Berlicum en Middelrode; de goederen van Anna Elisabeth Occuli; som van alimentatie van het Geefhuis; een steiger of schoor geplaatst voor het huis van de weduwe Vervorst in de Verwerstraat en is de stenen bank vernieuwd zonder permissie; mevrouw van de Latmar heeft de beschoeiing in de Dieze naast haar huis in de Nieuwstraat zonder permissie vernieuwd; de stad heeft de put van de pomp in de Tolbrugstraat voor de barakken opgebroken en met gordingen afgepaald zonder permissie; de weduwe Van Hooft in het ‘stadscoffyhuijs’ heeft de keldermond op de stoep vernieuwd zonder permissie; dat op 21 maart 1767 te Vught penningen zijn gevonden en te Orthen enige urnen maar te Esch en Vught kon men niet nagaan onder welk perceel die vondsten waren gedaan door Laurens van Giersbergen en ze zijn ten dele verkocht waarover de gesepareerde huisvrouw Van Boxmeer gereclameerd heeft en op de leen- en tolkamer zijn er verder geen gevallen van gevonden schatten gemeld; bericht over het herstellen van de pegels van de watermolens in de Meierij.

11 Missive van de drossaard van de Baronie van Boxtel W. Sant van Nooten geschreven te Breda op de 8e oktober waarbij hij aangeeft ontvangen te hebben een circulaire missive van de stadhouder van de kwartierschout van het kwartier van Oisterwijk inhoudende dat hem door de kwartiermeester generaal was gevraagd op 26 september jl. om 1000 karren bespannen met een paard aan te leveren om brandhout te vervoeren van Gorp onder Hilvarenbeek naar ’s-Hertogenbosch of Waalwijk en dat namens de Baronie geleverd zou moeten worden een aantal van 102 karren en dat hij met zeer veel moeite de ingezetenen daartoe had kunnen aanwijzen waarvan er slechts twee geweigerd hebben en hij vroeg zich nu af of die weigeraars beboet mochten worden, waarbij hij verwijst naar een publicatie van 22 december 1747 i.v.m. daar toen gekantonneerde troepen waarbij de ingezetenen werden gelast aanwezig te zijn en gereed te staan met kar en paard, op een boete van 25 gl.

25 Rekest van de Ho: Mo: waarbij de raad commissoriaal werd gemaakt een missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch en een kopie van een groot aantal commercierende kooplieden en inwoners mitsgaders schippers en verdere geïnteresseerden binnen genoemde stad te kennen gevende dat die van Waalwijk een dorp gelegen tussen Baardwijk en Besoijen nog behorende onder het kwartier van Oisterwijk bezig waren met het verdiepen van hun vaart en tegelijk met aanwijzing van het nadeel hetgeen daaruit voor de gemelde stadscommercie zou kunnen resulteren en er zou een bericht naar Waalwijk gestuurd moeten worden dat ze dit werk staken – zie ook folio 1639, folio 1719v.