Archieven

364 Rekest van Gerit Jansse DE JONGH pachter van de kleine specien over LOON OP ZAND en WAALWIJK in verband met de zoutverkopers en andere neringdoenden die geen melkkoeien houden.

369 Rekest van Gerrit Janse DE JONGH wonende te DRUNEN en gewezen pachter van de hoorngelden en bezaaide morgen in WAALWIJK en HAAGOORT en LOON OP ZAND.

7 Memorie van Mr. H.J. van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh die erover geïnformeerd was dat de drossaard van Loon op Zand enige dagen geleden het drossaardambt had getransporteerd aan een zekere Boll wonende te Sprang en dat op die aanstelling een approbatie is gevolg van de Heer der heerlijkheid Loon op Zand en Van Oldenbarneveld had vernomen dat Boll procureur was geweest te Sprang en bovendien was hij aanvoerder geweest van het vrijkorps dat onlangs nog bestond; hij zou de nodige onderzoeken laten doen om over deze persoon en zijn gedragingen de juiste informatie te kunnen inwinnen; idem een akte daarop volgend van de hand van Oldenbarneveld met informatie over een zekere Paulus Heermans die vier jaren geleden door de Heer of Vrouwe der heerlijkheid Waalwijk tot secretaris ad vitam was aangesteld zijnde 40 jaar oud en die toen om permissie heeft gevraagd om een zekere J.C. de Villeneuve tot substituut-secretaris te mogen aanstellen; Heermans zou officier zijn in het legioen of korps van de Rhyngrave van Salms zowel in Utrecht als in Heusden en hij zou luitenant zijn in dienst van de Koning van Frankrijk en genoemde Villeneuve zou hoofd en commandant zijn geweest van een genootschap wapenhandel te Waalwijk opgericht; discussie over de ambten van beide heren en het secretarisambt zou aan een nader gegeven moeten worden en voorgesteld wordt dat ambt te geven aan de huidige rentmeester van de Heer of Vrouwe van Loon op Zand zijnde de deurwaarder van de Raad van Brabant Gerardus Christi die in Breda woont. – zie ook folio 448 [3 tekstkolommen], 680

55 Memorie van Mr. H.J. van Oldenbarnevelt genaamd Witte Tullingh advocaat fiscaal van Brabant inhoudende dat hij geïnformeerd is dat in enkele Meierijse dorpen excercitiegenootschappen van gewapende burgers zijn opgericht los van de bestaande schutterijen, welke niet alleen met slaande trommel en vliegend vaandel openlijk hun militaire evolutie met name op de zondagen uitoefenen maar ook sinds enige tijd ook buiten het territorium van Brabant manschappen detacheren, die ook van tijd tot tijd door andere manschappen worden afgelost en hem is verzocht dit alles kenbaar te maken bij de Ho: Mo: en daarop volgt een aanschrijving voor de regenten van o.a. Waalwijk, Tilburg en Loon op Zand, een kopie van die memorie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken; de gedeputeerden van Holland en West Friesland erkennen de Witte Tullingh niet als advocaat fiscaal van Brabant!