Archieven

37 Wij, Henrick van Weert en Jan Lodewijchs van der Strijpe, schepenen in Gestel bij Herlaer, verklaren dat voor ons is verschenen Jacop zoon wijlen Jan Meus en verkoopt aan Geritken dochter Wouter Lamberts een jaarlijkse cijns van 2 pond, steeds te betalen op Sint Maartensdag en voor de eerste keer per a.s. St. Maartensdag en zo steeds van jaar tot jaar, op onderpand van een erf van 4 lopenzaad gelegen in de parochie van Gestel, genoemd het Willick stuk, b.p. de gemeenschappelijke straat, de erfgenamen van Jan Rutten, de gemeijnte, de erfgenamen van Marcelis Peters. Voorwaarde is dat Jacop deze 2 pond jaarlijks aan Geritken zal betalen tot de tijd toe dat ze is getrouwd en daarna moet hij de 2 pond binnen 2 maanden aflossen volgens de aflossingsbrief ervan. Jacop belooft de overdracht gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een cijns van anderhalve gulden en 2 en een halve stuiver grondchijns. Jacop als verkoper belooft Geritken zijn onderpand voor de betaling van de 2 pond in goede staat te houden. Datum 17 februari 1539.

30 Wij, Willem Henricks en Henrick van Weert, schepenen in Gestel verklaren dat voor ons is verschenen Willem Rombout Eijmberts van der Boerdonck en verkoopt aan Lisbeth dochter van Gielis van der Steen een jaarlijkse chijns van een pond van elk 7 stuivers, twee jaar lang, de eerste keer per a.s. Kerstmis over een jaar en de tweede keer per a.s. Kerstmis over twee jaar met als hoofdschuld 5 gulden. Als onderpand geldt het 1/3e deel van zijn huis, erf. tuiin, zaailand, houtopstand etc. gelegen op de Mughovel in de parochie Schijndel, b.p. Agnes dochter van Dirck Aerts. de gemeenschappelijke straat, de erfgenamen van Jan van Dort. Willem belooft deze verkoop (is een betalingsbelofte, JT) gestand te doen en alle lasten hierin van zijn kant af te handelen en hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de chijns. Voorwaarde is dat de laatste termijn van deze chijns van 1 pond zal rusten op het bezit aan de Mughovel ten behoeve van Willem Rombout Eijmberts. Datum 2 november 1538 (de echte bedoeling van deze schuldbekentenis ontgaat me, omdat de laatste termijn weer aan hemzelf toevalt, is het een lijfrente dan?, JT)

22 Wij, Willem Henricks en Willem Goerts van de Merendonck, schepenen van Gestel verklaren dat verschenen is heer Ariaen Rutgers van Griensvenne verkoopt aan de 3 wettige kinderen van Goert van de Merendonck en diens vrouw Lijsken, een jaarlijkse cijns van 4 karolusguldens, elke gulden van 20 stuivers, steeds op St. Jansdag te betalen op onderpand van een akker genoemd de Holten, met het weiland eraan gelegen in de parochie Gestel, b.p. het erf van het O.L. Vrouwenaltaar in de kerk van Gestel, Mathijs van Beeck, het water de Dommel, de gemeenschappelijke straat. De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve een pacht van 1 mud rogge aan het huis van de Melaatsen van der Oeijendonk, nog een cijns van 10 Keulse `penningen, een pacht van 3 lopen rogge. Genoemde heer Adriaen belooft de genoemde akker in goede staat te houden voor de betaling van de jaarlijkse cijns. Datum 19 juni 1538.

1 Wij Willem Goerts en Henrick van Weert schepenen in Gsstel bij Herlaer verklaren dat voor ons is verschenen Claes zoon wijlen Jan Marcelis en verkoopt nu aan Lenaert en aan Jan, broers en wettige zoons van wijlen Henrick zoon Peter Henrick Matheus een jaarlijkse pacht van 1 malder rogge, maat van Den Bosch, steeds op Maria Lichtmisdag te betalen, vrij in Den Bosch te leveren op onderpand van een akker gelegen in de parochie Gestel, ter plaatse Heescker genoemd, b.p. de erfgenamen van Gijsbrecht Ariaen Pels, Wouter Wouters van Beeck, Claes Jan Mercelis, de erfgenamen van Jan Hermans. Claes als schuldenaar belooft de verkoop gestand te doen en de akker in goede staat te houden voor de betaling van de pacht van 1 malder. Datum 10 februari 1538.(is een belofte van een jaarpacht, waar in de akte van verkoop wordt gesproken, JT)