Archieven

208 Rekest van Geerardt VAN RUND pachter van de bezaaide mergentalen te SINT MICHIELSGESTEL en andere dorpen, die erover klaagt ‘dat de luijden hare landen confuselijck aengeven, sommige met honden, sommige met mergens, andere met lopentalen, cleijne ende groote loopensaeten, rekenende alsoo soo vele in een merghen als sij willen, daermede de suppliant veel te cort soude comen, hebbende oock eenige die oock niet aengegeven binnen de ses daghen, maer dat seggen niet behoeren te doen voor dat sij die besaeijen’. Hij verzoekt deze personen te beboeten. Mocht iemand willen procederen dat moet hij dat hier doen en niet in Den Bosch.

54 Rekest van de ingezetenen van SINT MICHIELSGESTEL die verklaren dat de pachter van de impost der hoornbeesten hen lastig valt ‘over de beesten staende op haer tweede jaer, hebbende uijtwas van breede tanden, howel geen drie jaeren out sijnde’ en dreigt hen met boeten.

315 Verklaring van Vrouwe Princesse VAN ZOLLERN markgravin van Bergen op Zoom over haar competentie in het patronaatschap en pastorale goederen van SINT MICHIELSGESTEL.

230 ‘Opt ghene int vs. verbael comt van de decisie der questie tusschen de schoolmrs. tot DEURNE ende VLIERDEN is by den Raedt conform ’t rapport verstaen, dat aen de schoolmr. tot Vlierden de eerste openvallende schoolmrs.plaetse in de meijerije sal worden gegeven ende daermede die van Vlierden als onnodich werden gemortificeert ende ’t lant van dat tractement ontlast.
Is goetgevonden dat men voortaen in billet van de verpachtinge der THIENDEN mede sal stellen van ’t verpachten binnen ‘sHertogenbossch der thienden gehoort hebbende aent clooster der CARTHUIJSERS onder de administratie van den professor SCHUIJL – item van de thienden gehoorende tot de pastorije van ST. MICHIELSGESTEL ende van de canonicken graduaten thienden gelegen tot GHILSE BAVEL ende HAGHE, sijnde dese vs. parthijen onder de rentmr. Schuijl ende noch van de domaniale thienden onder den rentmeester PIECK.
Is oock voor ’s landts dienst noodich gevonden dat men sal schrijven aen den rentmeesters die de thienden in de meijerije ontfangen dat sij sullen letten wat thienden onder heur administratie tot noch toe verpaght sijn bij geheele dorpen oft groote clampen emde dat sij deselve sullen verdeelen in cleijne bequame clampen oft blocken, soo dat een iegelick particulier die can verpachten, maeckende daer van een lijste ende die aen den Raedt overseijndende om int toecomende deselve gevolght te worden ten meesten dienste.
Het placcaet van den 1e juny 1654 tegen de monopolien ende onbehoorlicke wechhaelen der thienden, sal werden vernieuwt ende mede werden geappliceert op alle particuliere thienden ende sal men daervan alle jaer exemplaren mede seijnden met de billetten tot de verpachtinge aen den rentmeesters om mede te doen affligeren’.