Archieven

25 Vandaag op 18 januari verschenen voor mij als notaris en getuigen Marijke van Griensven, Catharijn van Griensven, Anthonij Johan Mars als weduwnaar van Maria Geerlings diens derde vrouw wonend in Den Bosch, Gerit Maes wonend te Berlicum, Jan Peter Goossens als man van Maijken Janssen Molder, Jan Mattijs Weijgergancx in plaats van zijn moeder Alen Thijs Claessen, verder Willem Henrick Smits in plaats van zijn moeder Heijltien Hendrick Smits, verder Jan Hendriks als man van Margriet, Goort Adriaen Peters, Geris Weijgergancs als man van Henricka Hannen, voor hemzelf en ook namens diens zwager, verder Hendrick Claessen in plaats van zijn moeder Jenneken en Willem Jan Zeners in plaats van zijn vrouw Hilleken die verder nog handelen voor hun afwezige erfgenamen, als eigenaars van de windkorenmolen op Den Dungen in de vrijdom van Den Bosch ter plaatse op Poeldonck meestal genoemd het klein molentje, en ze verhuren nu die molen aan Adriaen Peters Smouths die is getrouwd met de weduwe van Dirck Stansen van Lisdonck, in zijn leven molenaar op genoemde molen. De pacht loopt voor 8 achtereenvolgende jaren, maar kan door elk der partijen na 4 jaar worden beeindigd maar die dat wil moet dat de ander voor Kerstmis in het vierde jaar opzeggen. De huur gaat in op St. Jansdag zijnde 24 juni van dit lopende jaar 1689, smiddags vanaf 12 uur en zo moet de molen ook weere worden achtergelaten. De pacht bedraagt jaarlijks 18 mud rogge in Den Bosch te leveren, ieder van de verpachters voor hun deel, waar hem dat zal worden gezegd te leveren, steeds per kwartaal te leveren, waarvan de eerste termijn vervalt met 24 september a.s. Indien een van de verpachters geen rog wil, zal er in geld worden betaald, volgens de marktwaarde ervan. De pachter zal ook in het huis blijven wonen dat eigendom is van Maria en Catharina van Griensven in Den Bosch, staande in de heerlijkhgeid van Berlicum. De pachter moet de rogge of het geld jaarlijks aan de verpachters leveren of betalen, vrij van alle lasten.

24 Voor mij notaris en getuigen verschenen Hendrick Janssen Spierincx en Jan Jan Martens als bij testament aangestelde voogden van vaderskant en Jan Adriaens Vercuijlen voor hemzelf en namens Willem Adriaen Brox als aangestelde voogden van moederskant over Peter minderjarige zoon van Jan Jan Martens verwekt bij Perijntien Henricks van Houtum en verklaren aan Jan Jan Martens hun medevoogd een hooi- of weiland te hebben verhuurd met enig hop- en akkerland gelegen in de heerlijkheid Berlicum ter plaatse genoemd Middelrode, meestal genoemd den Ondersteijn, zoals nu wordt gebruikt door Jenneken Jan Martens en door Jenneken weduwe van Peter Hendrick Peters. Nog een perceel teulland gelegen in de heerlijkheid Berlicum ter plaatse genoemd de Preutel, zoals nu wordt gehuurd door Jenneken Jan Martens. De huur loopt voor 6 achtereenvolgende jaren en kan door elk van de partijen na 3 jaar worden beeindigd maar wie dat wil moet dat de ander voor Kerstmis in het derde jaar aanzeggen. De huur bedraagt 31 gulden per jaar, vrij geld, steeds te betalen op St. Maartsendag zonder uitsel en voor het eerst op St. Maartensdag anno 1689. De huurder moet de burenplichten nakomen en de dorpslasten, verpondingslasten etc. betalen, zonder dat op de huursom in mindering te mogen brengen. De pachter zal de houtopstand niet door hakken of door vee beschadigen en daarvoor verbindt de huurder zijn persoon en bezit. Datum en getuigen als voor, getekend : Jan Jan Martens, Jan Spierings, dit merk + is van Jacobus Adriaens Vercuijlen die verklaart niet anders te kunen schrijven, Jan Huijberts van der Merendonck, Wouter Jansen van Boxtel, mij present W. Mans notaris.

23 Voor mij notaris en getuigen verschenen Hendrick Janssen Spierincx, Jan Janssen Martens en Jacobus Adriaen Vercuijlen als voogden vermeld in de vorige akte en verhuren nu aan Willem Goijaerts van Ollandt wonend in Den Dungen een akker gelegen onder St. Michielsgestel ter plaatse genoemd op de Keer, groot ca. 1 lopenzaad, zoals nu door de pachter wordt gebruikt. De huur loopt voor 6 jaar maar kan door elk van de partijen na 3 jaar worden beeindigd maar wie dat wil moet de ander voor Kerstmis in het derde jaar opzeggen. De huur bedraagt 3 gulden 10 stuivers per jaar steeds te betalen op St. Maartensdag en voor de eerste keer met St. Maartensdag anno 1689. De huurder moet alle burenplichten nakomen en moet alle dorpslasten en verpondingen betalen. De houtwas mag voor de pachtperiode niet worden beschadigd door hakken of door vee en de pachter belooft zulks op onderpand van zijn persoon en bezit. Verder zal de pachter de *graef* (sloot) langs het land moeten opgraven en op het land brengen. Datum en getuigen als voor. Getekend : dit handmerk + van Willem Goijaerts van Ollandt, Jan Spierings, Jan Jan Mertens, Jacobus Adriaen Janssen verklaart niet te kunen schrijven, Jan Huiberts van der Merendonck, Wouter Janssen van Boxtel, mij present W. Mans, notarius publicus.

22 Voor mij notaris en getuigen verschenen de genoemde voogden uit de vorige akte en verklaren aan Willemken weduwe van Teunis Willems de Cort wonend te St. Michielsgestel, een akker- of hopland te hebben verhuurd eigendom van de minderjarigen, gelegen te St. Michielsgestel, ter plaatse genoemd Craeckensteijn, groot ca. 4 lopenzaad, zoals thans door haar wordt gebruikt. De huur loopt voor 6 jaar, maar kan door elk van de partijen na 3 jaar worden beeindigd door wie dat wil, maar men moet elkaar dan voor Kerstmis in het derde jaar opzeggen. De huur gaat in op St. Maartensdag anno 1688 en de eerste termijn vervalt op St. Maartensdag anno 1689 voor de som van 10 gulden per jaar, vrij geld, elke gulden van 20 stuivers, steeds te betalen op St. Maartensdag zonder uitstel. De huurster moet de burenplichten nakomen en alle dorpslasten en verpondgen betalen, zonder dat op de huursom te mogen minderen. Verder moet de pachtster jaarlijks op St. Michielsdag de chijns aan de heer van Out- Herlaer betalen, zonder nadeel voor de minderjarigen maar mag dat wel op de huursom in mindering brengen. Verder moet ze zorgen dat er geen schade aan de houtwas ontstaat door hakken of vee en daarvoor verbindt de pachtster haar persoon en bezit. Datum en getuigen als hiervoor. Getekend : Hendrik Janssen Spierings, Jan Jan Martens, dit merk + is van Jacob Adriaen Janssen die verklaart niet te kunnen schrijven, Willem Tuenis de Coert, Jan Huijbert van der Merendonck, Wouter Janssen van Boxtel, mij present W. Mans, notaris.