Archieven

394 Voor schepenen is verschenen Ansem Jan Niclaes Goosens en heeft te kennen gegeven dat het testament dat hij onlangs voor schepenen alhier met zijn vrouw Anna heeft gemaakt, na zijn dood uitgevoerd wil hebben, waarbij Jan en Anna resp. als zoon en dochter evenveel huwelijksgiften zullen hebben zoals de andere zwagers (schoonzonen van Ansem) hebben gehad alles volgens dat testament en als zoon Jan 24 jaar is geworden ook evenveel van de meubels etc. zal hebben als de anderen en zoals Antoni Geerlings al heeft gehad. Actum ut supra.

18 In de naam van de heer Jezus Christus Amen. Vandaag is voor ons Hendrick Peter Geraerts en Goijaert van Hees als schepenen verschenen de geachte Dirck Janssen van Hees inwoner van Boxtel, gezond van lijf en leden en in het bezit van zijn verstand en geheugen zoals bleek en beseft de broosheid van het menselijk bestaan en de zekerheid van de dood en wil daarom eerst zijn testament hebben gemaakt. Na zijn dood beveelt hij zijn ziel aan bij de almachtige God en hij wil in gewijde aarde worden begraven en wil 6 zielmissen laten doen voor hem en wenst een eerlijke uitvaart te krijgen, die ten laste komt van Henrick Jans van Hees en van Jan Aerts en die laat hij ook al zijn schulden na (in dit geval zijn vorderingen bedoeld, JT). Hij vermaakt aan Jan Aert Franssen, de zoon van zijn zuster zijnde, al zijn roerend bezit en meubels zonder enige uitzondering die nu zijn eigendom zijn die na zijn dood zullen worden aangetroffen. Verder vermaakt hij aan zijn neef Jan het vierde part van een akker teullands genoemd de Dijsselacker, gelegen te Boxtel onder Munsel, in totaal groot ca. 9 lopenzaad, zoals hij testateur heeft geerfd van wijlen Eelken Heemans (?). Nog vermaakt hij zijn neef Jan een perceel hooiland gelegen over de hooibrugge hier genoemd de Winckels. Nog een perceel weiland genoemd de Hoeven gelegen onder Munsel afkomstig van Eelken Heesmans (?). Nog vermaakt hij aan genoemde Jan Aerts van Hees en Hendrick Janssen van Hees elk een helft van zijn bezit behalve het huis en de helft van de schuur dat hij vermaakt aan Jan Aerts. Verder wil hij dat zijn broer Henrick de helft zal hebben van het oude stokbezit dat hij van zijn ouders heeft geerfd, zijnde zijn vaste bezittingen en daarentegen zal Jan Aerts na dood van de testateur de andere helft van die oude stokgoederen krijgen samen met de lasten die erop drukken, die elk voor de helft zal betalen.

125 Voor ons schepenen en secretaris van Boxtel verschenen Cornelis Diercx Marijnen en diens vrouw Maria Reijniers. Ze maken hierbij hun testament op. Ze herroepen alle eerdere testamenten en bevelen hun zielen na overlijden aan zoals gebruikelijk. De testateur vermaakt aan zijn vrouw een jaarlijkse rente van 30 gulden en dat in plaats van het roerend bezit en het vruchtgebruik van bezit, welke rente door zijn kinderen direkt na zijn dood zal moeten worden betaald of daarvoor geld te lenen, voordat ze tot deling van bezit kunnen overgaan. De testatrice van haar kant vermaakt aan de testateur het vruchtgebruik van een rente die ze ontvangt te Rotterdam van Stijntjen Reijniers, maar na dood van de testateur versterft de rente weer op de familie van de testatrice. Verder wil de testateur dat na zijn dood zijn kinderen uit het roerend bezit etc. aan de testatrice de som van 150 gulden zullen betalen. Verder zal de testatrice zolang ze leeft op de opkamer mogen blijven wonen van hun huis en een roede van de tuin mogen gebruiken, maar de testatrice mag dat bezit niet aan anderen verhuren. Verder vermaakt de testateur aan zijn vrouw voor het vruchtgebruik ervan een haal, een tang, de tafel in de keuken, drie stoelen, een spiegel, twee paar slaaplakens en de beste oorfluwijnen, nog de kist, bed en de kleren van testatrice met hetgeen verder dat ze bij huwelijk heeft ingebracht met nog een *baeijlaecken*. Verder wil de testateur dat zijn kinderen en zijn vrouw alle eetwaar van vlees, koren etc. in vier parten zullen delen of samen opeten, maar ze moeten ook alle schulden samen betalen en de inkomsten delen vanwege de studenten die ze in de kost hebben. Alle verdere bezit vermaken ze aan hun beider kinderen, direkt na dood van de testateur te aanvaarden en ze benoemen hen daarin als hun erfgenamen. Verder vermaakt de testateur aan zijn zoon Andries alle schoengereedschap met zijn kleren en het roer (geweer) en daarvoor krijgen de zusters van Andries elk 40 gulden eens.

124 Vandaag 27 januari 1647 ziijn voor ons Henrick a Kempen en Henrick Willems als schepenen verschenen Aelbert Janssen, ziek zijnde maar wel in het bezit van zijn verstand en geheugen. Hij wil hierbij zijn testament opmaken. Hij vermaakt aan zijn wettige dochter Anneken twee koeien en alle *voijeraie* van hooi, stroo en alle *groenwaer* hetzij kool etc. en verder alle koren, brood vlees en spek dat na dood van hem in huis wordt aangetroffen. Nog vermaakt hij aan Anneken het bed waar hij nu op ligt, alle gesponnen garen en het vlas, gesponnen of ongesponnen, verder het linnegoed, alle brandhout, turf en dat vanwege haar trouwe diensten en verder omdat ze onbekwaam is de kost te kunnen verdienen. Alle andere bezit vermaakt hij aan alle kinderen en hij benoemt hen als zijn universele erfgenamen. De testateur verklaart dat dit zijn testament is en wil het zo hebben uitgevoerd. Datum en getuigen als boven. Ondertekend : dit merk is van de testateur, Hendrick Janssen a Kempen, dit merk is van Henrick Willems als schepen, P. Roeffen secretaris.