Archieven

105 Missive vanuit de leen- en tolkamer op de rekesten van J.P. van Eijs, Ant: van Hanswijk, Willem van Engelen en Reinier van Boxmeer allen geërfden langs bepaalde beken of weteringen of beken waarin hun landerijen de lossing van het water moeten hebben en dat die voorschreven weteringen hun oorsprong hebben in twee armen verdeeld uit het zgn. Vinkel in kwartier Maasland, komende de ene arm van de zijde van Nistelrode door het genoemde Vinkel tot voor bij een zekere bruggetje gelegen achter de hoeve van Van Pullen en de andere van de zijde van Dinther langs Caathoven naast de hoeve van P. van Eijs tot omtrent het genoemde bruggetje, waar die twee armen in elkaar overvloeien; kennelijk waren de weteringen sterk vervuild; in deze akte worden voorts genoemd de bruggen van het klooster Coudewater [met details]

110 Bericht van rentmeester Tengnagel op een rekest van de erfgenamen van Johan van der Putten uit ’s-Hertogenbosch met een verzoek om permissie om op de grond van de kapel van Loosbroek voor het voorhoofd van de hoeve van de suppliant onder Nistelrode te mogen poten; de raad en rentmeester generaal wordt gekwalificeerd om het hoekje waar de genoemde kapel gestaan heeft ter lengte van omtrent 7 voeten en breedte van 2 ½ roeden aan de suppliant op te dragen; de regenten van Dinther zullen worden aangeschreven dat ofschoon haar Ed: Mo: met recht van haar zouden kunnen vorderen de kooppenningen die zij in vorige jaren hebben ‘gepercepieert’ van bepaalde verkochte bomen die rondom de genoemde kapel hebben gestaan en waartoe zijn conform het voorschreven bericht geen het minste recht gehad hebben, haar Ed: Mo: nochtans uit consideratie van het klein vermogen van het dorp hen die penningen zullen laten behouden, met last die te verantwoorden

92 Rekest van Tielman van breugel predikant te Heeswijk en Dinther, van Johannis Marcus Hillebrands predikant te Helvoirt en Haaren, van Gerardus Petrus Schonenberg adjunct predikant te Berghem en Nistelrode en van Jacob Michiel Pierius predikant te Alem en Maren verzoekende om een akte van de betaling van hun traktement zoals hun voorgangers dat hebben genoten

190 Schrijven van de gecommitteerden van de generaliteitsrekenkamer op een rekest van rentmeester Tengnagel van de episcopale en geestelijke goederen over stad en meierij van ’s-Hertogenbosch n.a.v. een memorie over restanten en roijeringen aan wie decharge wordt verleend over enige posten in welke akte voorts worden genoemd Hendrik van Hulst i.v.m. de korenmolen van Hoogeloon, Gijsbert van den broek i.v.m. de tienden van Berghem, Jacob Jan Timmers i.v.m. de Wintmolenbergsehoeve onder Nistelrode, Jacob Janssen i.v.m. goederen onder Nistelrode; idem over de achterstallige pacht van de molen van Rosmalen gehorende aan het Convent van Coudewater; een verzoek van de erfgenamen van Herman Cremers i.v.m. goederen onder Dinther