voor de heren Josephus Alphonsus Maria van de Mortel en Johannes Cornelius van Casteren beiden wonende te Cuijk, de eerste als burgemeester en de tweede als secretaris der gemeente Cuijk en Sint Agatha, te zamen vertegenwoordigende het college van burgemeester en wethouders der gemeente, handelende te ruitvoering van het besluit genomen door den raad dise gemeente den 6 juni 1908 en goed gekeurd bij besluit der gedeputeerde staten van 30 juli daaraanvolgend letter G nr. 218