" De gemeene ingesetenen van St.OEDENRODE verklaren dat zij dagelijks worden 'gequelt' van staatse zijde uitlopend krijgsvolk die hen grote schade toebrengen ' alnoch is onlangs is geschiet dat den ritmeester STEENHUYSEN met een partije ruyteren ende soldaten aldaer hebben comen refrescheren ende daernae wederom een ander partije vanden Graeff (= Grave) ende Nimwegen, versoeckende dat sij van sulcke lasten niet alleen mogen verschoont worden maer dat men haer restitutie wil doen hebben vande schade die sij hier deur geleden hebben, waerop gelet sijnde is goetgevonden alvorens hierop te disponeren te schrijven aenden ritmeester Steenhuysen ende die de andere partije geleijt heeft namentlijck den quartiermr. CAVENLIL van den Grave om bericht ende redenen waerom sij dit hebben gedaen'.
Request van GOYAERT DE PULSER kanunnik te Sint Oedenrode dat gezonden was aan ontvanger HAMEL waarin hij klaagt over de zetting door de gezworen zetters aldaar gedaan op de tienden boven het reglement dat op 6 juni 1634 is uitgegeven door de Raad. - " Is goetgevonden ende verstaen dat de eijgenaers vande thienden ende molens mogen volstaen, mits gevende dertich stuyvers van elck mudde roggen ander granen naer advenant, ende dat de eijgenaers pachters ten opsien van tvorder gebruyck niet vorder en mogen gegraveert noch gemolesteert worden, op conditie nochtans dat de voors. eijgenaers sonder eenige uytvluchten oock promptelyck sullen opleggen ende betalen ten comptoire vanden voors. ontfanger HAMEL soo veel als tvoors. reglement opde voors. thienden geemaneert mede brenght".
" GOYERT DE PULSER canonick tot St.Oedenrode meijerije van 'sHertogenbosch, verthoont bij requeste dat volgende de resolutie van heur Ho: Mo: inde generale settinge alle des suppliants tienden ende molens sijn geset, die onvermindert. Soo comt LAMBRECHT JANSSEN borgemeester aldaer hem noch sommeren voor eene particuliere settinge bij de regeerders gedaen, den suppliant oversulcx versoeckende interpretatie off hij vorder als inde generale settinge gehouden is, waerop gelet sijnde, is goetgevonden de requeste te stellen in handen van den voors. LAMBRECHT JANSSEN om bericht binnen acht dagen naer insinuatie".