Archieven

8 Antoon Dekkers en Neeltje van Hoofd, echtelieden te Ravenstein, verklaren dat hun zoon Gerardus Dekkers, door de baljuw op het kasteel gearresteerd is. Omdat Gerardus deerlijk aan zijn hoofd is verwond, verzoeken zij dat hij uit de gevangenis ontslagen wordt. Ze beloven hun zoon terug te brengen zodra de baljuw daarom vraagt.

7 Op verzoek van Helena Damen, weduwe van Francis Smits, wonende te Zeeland, verklaart Johannes Hop, oud circa 40 jaren, wonende te Zeeland, dat hij sinds mei 1809 van Peter Oppers ongeveer de helft van een stuk bouwland heeft gehuurd, dat aan het schoolhuis behoorde en liggende achter de daarbij horende moestuin. Hij kon dat huren voor 2 gulden en 10 stuivers. Hij heeft er aardappelen geteeld en gerooid.

6 Op verzoek van de weledele heer mr. J. Hollaer van Gote, ontvanger der middelen te water, residerende te Grave, verklaart Willem van Mullekom, veerman op het Maasveer te Ravenstein, dat op zaterdag 21-10-1809 de heer P. Hobbelman, commies ter recherche bij de onbeschreven middelen te Ravenstein, bij hem in huis kwam, met de vraag of de comparant hem 25 gulden kon lenen. Comparant antwoordde dat hij dat niet zeker wist omdat hij niet zo goed bij kas zat, maar hij zou wel eens kijken. Op zondag kwam de heer Hobbelman weer bij hem terug met dezelfde vraag. Toen de comparant meldde dat hij de lening niet kon verstrekken, is Hobbelman teleurgesteld vertrokken. Comparant heeft hem toen niet meer teruggezien tot op 24-10-1809, toen Hobbelman het schip van schipper Liberton heeft gearresteerd.

5 Op verzoek van J. van Wielick, de fungerende baljuw van het Land van Ravenstein verklaart Berndina de Kat, huisvrouw van Willem van Mullekom, veerman aan het Maasveer, dat op zaterdag 21-01-1809 rond 16.00 uur, onder andere vier Luikse Maasschippers of knechten in de gelagkamer van haar huis zijn gekomen. De namen waren haar onbekend en de personen vermaakten zich prima. ’s-Avonds rond half negen kwamen ook Gerardus Dekkers en Dorus Zuurmond en de oudste dochter van de Greef binnen. Zij zijn aan dezelfde tafel gaan zitten als de schippers en ze hebben samen zitten zingen. Tegen half twaalf zag zij Gerardus Dekkers en een van de schippers naar buiten gaan. Even later gingen ook de andere drie schippers, Dorus Zuurmond en de dochter van de Greef naar buiten. Toen ze weer binnenkwamen had een van de schippers een snee in zijn kin en het hoofd van Gerardus Dekkers was bebloed. Hierop heeft Berndina de gelagkamer verlaten en zij heeft verder niets gezien. Mede aanwezig waren haar man en H.J. Roefs.