Archieven

191 Jan Peters ende Truijtken sijn huijsvrouw ende Geritken aerts ende Jan Aerts, mede als gemachtigd van Jacop den Smijdt van Beugen vermogens procuratie gepasseert voor Ghijsbert van Meer richterbode en Thijs Krijffs cende Jan Huijbers schepenen tot Beugen bij deselve ondertekent in dato 11-03-1639 ons heijmraden gebleken, als mombers over Hanrick, Stijntien ende Hermken onmundige kijnderen nagelaten bij Aert Hermens ende Luijtien eluijden zaliger. Hebben gevest Peter Hermans ende Powelsken sijn huijsvrouw ende hueren erven , eenen mergen boulants onder dersen gerichte op de Wollefsberch gelegen , metter eenre sijde beneven Gielen Lenders erf, d’ander sijde en eenen eijnde Aelert Lenders erf, schietende metten lesten eijnde op Steven Willems erfgenamen erf. Ende hebben denselven alsoo voor opgedragen , ende daero pvertegen etc. Ende gelooft te vrijen etc. vuijtgenomen derdehalven stuver een duijt thijns, aen de heer van den lande, aen ’t Gasthuijs tot Grave anderhalve stuver thijns, 6 vat rogge aen de Pastoor tot Wanroij, ende een vat rogge aen de vier biddende ordens of die het met recht toecompt, allet jaerlicx. Sonder argelist. Actum voor Willem Pouwels ende Thomas Jordens heijmraden int Hollanderbroick.