Archieven

915 Goert van Erpe soene wylen Rutgers heeft opgedragen en overgegeven aan heeren Gielis van Erpe, priester, natuerlycke soen wylen h(eer) Robbrechs van Erpe de ½ van zijn rechten in 'enen aabempt', genoemd den Dries en in de ½ van 'enen stucxken dicx dair toebehoirende', waarvan de andere ½ van h(er)en Gielissen voirgen(oemt) is, gelegen in Veghel aent Dorhout, e.z.: het goed van de erfgenamen van Hanricx van Helmont en anderen; a.z.: het goed van Jans soen wylen Willems Plattynhouwer, e.z.: de Aa; a.z.: het goed van Jan Surmonts en anderen. Goert van Erpe en h(eer) Gielis hadden de hele 'bempt ende dicxken' samen gekocht van Goerden soene wylen Lamberts soene wylen Jans die Vriese, Hanricken Maes Melissoen man van Beatris dochter Lamberts vois(creven), de zussen Jenneken, Ariaen en Heylwigen, dochteren Lamberts voirs(eyt), en van Geritden soene wylen Gerits van Keeldonck man van Katherynen dochter Lamberts voirs(eyt), waarbij Geerit optrad namens de vier minderjarige kinderen van hem en Katherynen voirgen(oemt). Zij traden mede op namens Ghysberden en Arcken, minderjarige kinderen van Lamberts soene wylen Jans die Vriese. Het goed is belast met jaarlijks een erfcijns van 6 Carolus gulden aan de erfgenamen van Laureyns Hermans Ten Bosch. Getuigen: Dries van Horck en Hanric Hanricxs.

18 Wouter Jan Handrickx, man van Leysken dochter van Hermen Dierx Hoebraecken, 'woenende op Boeckel in den laende van Ravensteyn', heeft opgedragen en overgegeven aan Lambert Jan Daendel Maessen het 1/6 deel van een erfcijns van 7 Carolus gulden, die hij van zijn vrouw geërfd heeft, te betalen uit goed gelegen ter plaatse genoemd den Biessen
* e.z. en e.e.: het goed van Beert weduwe van Gerit Delis en anderen
* a.z. en a.e.: de gemeynte van Vechel
Het goed is nu toebehorende aan de kinderen van Goert Jan Bertmeus, met name Jan en zijn zus Metken.
Getuigen: Goert Laurinss en Geerit Hanrickx

21 Thomas Hermans als man van Claesken dochter van Jan Jan Melis, verwekt bij zijn vrouw Anna, meerderjarig wezende, en met hem zijn vader Herman, heeft verkocht, opgedragen en overgegeven aan zijn oom Jan Aert Phlipsch 'syn huys, hoff, hostat metten aengheleghen erffeniss, soe ackerlant, weyvelt ende heybemden', met poteryen, gelegen op Ham 'daer Jan Melis hunnen vader in bestorven is'
* e.z.: Jan Aert Phlipsch
* a.z.: het goed van de erfgenamen van Melis Gerdt Evers cum suis
* e.e. en a.e.: de gemeynt van Vechel
Het goed is belast met:
* een erfpacht van 1 mud gerst
* een erfcijns van 7 gulden en 10 stuivers aan Handrick Joesten
* een erfcijns van 3 gulden te betalen 'bynnen Sertogenboesse'
* jaarlijks 30 stuivers aan 'de pastorey van Vechel'
* jaarlijks 25 stuivers 'aen Sint Thonis capelle van Vechel'
* jaarljks 30 stuivers 'aen den vicarius ofte cappelaen tot Gemert, genampt heer Aert'
* jaarlijks 30 stuivers te betalen 'tot St. Oeden Roey'
* een eenmalig bedrag van 13 gulden aan Baelken
* de rente van 450 gulden aan Lambert Aerdts
* jaarlijks 7 stuivers aan 'den kuesterey tot Vechel'
* jaarlijks 3 gulden aan Arien Handrick Thonis
Getuigen: Marten Donckers, Marten Meus Hanss en Geerit Hanrickx

185 Deling tussen kinderen en erfgenamen van Peter Goorts van Erp bij wijlen Lijsken Theunis Marttens, te weten Jan Peters van Erp, Aert Peters van Erp, Geurtje Peters van Erp, Bartholomeus van Kessel man van Maria Peters van Erp, de 3 meerderkarige kinderen bij Engel Peters van Erp en Gijsbert Lenart Smits als voogden van minderjarige kind Peter Lenart Smits bij Lijsken Peters van Erp ‘van alsulcke goederen van huijsen, groesen en teullanden als deselve hebben achtergelaten en met doode deser wereld hebben ontruijmpt binnen dorp Vechel, alsmede Erp’. Jan Peters van Erp krijgt toebedeeld ‘huijs, hof en binnenvelt met plantagie op gemeijnte, groot ontrent samen ses loopensaten, met groesen’ ter plaatse genoemd den Doorenhoeck, e.z.: Jan Jan Peters de Lorge cum suo, a.z.: Peter Daniels van Bergeijck cum suo, e.e.: gemeijne straete, a.e.: Jan Peters de Lorge voorschreven cum suis. Ook ‘gerechtigheijt in clot of moerven genaemt den Bergh te deijlen met Jan Wilbert Schenckels’. Dit lot is belast met jaarlijks: 7 vaten rogge en 2 vaten gerst ‘Bossche maete aen Groot Gasthuijs tot s’ Hertogenbosch’; 11 gulden reductie ‘aen armen van Vechel’. Dit lot moet 300 gulden geven aan derde, vierde, vijfde en zevende lot. Aert Peters van Erp krijgt toebedeeld ‘huijs, hof en aengelach, groot ontrent samen thien loopensaten teul end groeslandt, met boomen en plantagie van dien’ binnen Erp, ter plaatse genaamd aen den Dijck, e.z.: Willem Peters, a.z.: Gerrit Eijnssen, e.e.: Jan Claesse van Lieshoudt, a.e.: gemeinte en Corstiaen Cleijnens. Dit lot is belast: rente van kapitaal van 100 gulden ‘aen armen van Erp’; doorgestreept: obligatie van kapitaal 300 gulden aan minderjarig kind van Goort Jan Henrick Haubraecken; ‘twee blancken cijns’ aan heer van Helmond. ‘Dit lot sal proufiteren huijrpenningen die Nelis Willem Jan Linders en Aert Donckers als gebruijcker van voorschreven goederen restant en verschult sijn’.