Archieven

35 Discussie over een missive van stadhouder Juijn geschreven te ’s-Hertogenbosch inhoudende diverse beschouwingen over de routes van het Hannoveraanse korps dat naar Duitsland zal marcheren o.a. dat de mars van Turnhout naar Eindhoven vrij sterk zal zijn bijzonder vanwege de slechte wegen en dus speciaal voor de artillerie en geeft daarom in overweging om een en ander in overleg met de generaal te herschikken ten voordele van de troepen als ook voor de dorpen en plaatsen waar ze zouden logeren en bovendien maakt hij er melding van dat het water zo sterk is ‘gezwollen’ dat de rivieren buiten hun oevers zijn getreden en dat men bv. in Grave noch te paard noch te voet zou kunnen komen; waarop is gedelibereerd en is besloten stadhouder Juijn aan te schrijven dat haar Ed: Mo: met hem begrijpen, dat voor zo’n sterk korps Eindhoven, Lommel en andere plaatsen van gelijke natuur te klein zullen zijn om telkens het gehele korps of bepaalde divisies ervan te laten logeren en dat ze hem autoriseren om met de generaal te overleggen om de routes te veranderen en de geschiktste plaatsen voor te stellen waar men kan logeren en ze begrijpen dat de route richting Grave niet praktisch is vanwege het buiten hun oevers treden van de rivieren en voorgesteld wordt een route via Venlo

61 Reactie op het verbaal van de heren die onlangs op de verpachting der tienden zijn geweest rakende het verzoek van de schoolmeester van Heeze en Leende die verzocht heeft zijn traktement met 50 gl. te verhogen, maar de Raad verwijst naar de resoluties van resp. 13 december 1717 en 12 oktober 1719 op basis waarvan dit verzoek wordt afgewezen; een verbaal inhoudende dat te Helmond enige jaren geleden was overleden een lidmaat genaamd Gijsbert Leenmans nalatende een weduwe met verschillende kinderen en dat de kerkenraad uit de diaconie die weduwe en kinderen heeft gealimenteerd en door de diaconie zijn van die kinderen 2 zonen tevens geholpen om een ambacht te leren en toen ze dat geleerd hadden zijn ze naar Turnhout vertrokken onder het ressort van de keizer en zijn daar paaps geworden en een van de twee is teruggekeerd naar Helmond en heeft daar een paapse vrouw en blijft standvastig in de roomse religie; ook een andere nog minderjarige zoon naar Holland vertrokken om er een ambacht te leren maar nadien bleek ook hij toch ook naar Turnhout te zijn gegaan daartoe verleid door enige roomsgezinden, waarop na deliberatie is besloten de drost van Helmond te gelasten om de roomse priester te Helmond aan te zeggen dat hij er zorg voor zal moeten dragen dat die minderjarige jongen weer terug zou keren naar Helmond en in handen van de kerkenraad gesteld zou worden en mocht dat niet geëffectueerd worden, dan zal conform het reglement op de politieke reformatie de roomse kerkschuur van Helmond gesloten worden en zal hierover een bericht gestuurd worden aan de classis van Peel- en Kempenland; voorts wordt goedgekeurd de aanstelling van een schoolmeester te Veghel; vervolgens wordt een beschouwing gewijd aan de kerk- en armenrekeningen binnen de plaatsen van de Meierij van ’s-Hertogenbosch waarvan lijsten aan de classis worden toegestuurd

44 Rekest van Anna Beenaarts weduwe van wijlen Jan zoon van Dirk van Berlicum inwoonster van stad en vrijheid van Turnhout met verzoek aan ontvanger Mr. Isaac Verster te ordonneren en alle andere ontvangers van de confiscaties goederen te ontslaan uit de annotatie nl. de schepen schuldbrief of rente van de supplianten van een som van 300 gl. staande tot last van het kapittel van Hilvarenbeek op de voet en conform haar Ed: Mo: resolutie van 1 november 1706

134 Missive van Mr. Isaac Verster ontvanger van de confiscatie der seculiere goederen in stad en meierij van ’s-Hertogenbosch op een rekest van Jan van der Mijle wonende te Turnhout, de erfgenamen van wijlen Willem van den Ende, Petronella van Dijck te Beerse, Anneken Jacobs Thomas dochter te Weelde, Dielis de Laat en Jan Marten Jacobs voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Peter Verspreeuwe te Gierle in kwartier Turnhout als ook Antony Leijtens pastoor van Leeden ‘casselenije van Oudenaarden’, allen met een verzoek om uit de confiscatie ontslagen te worden