Archieven

50 Rekest van de magistraat van ’s-Hertogenbosch verwijzend naar een octrooi verleend op 3 februari 1741, tot het aanleggen van een straatweg van ’s-Hertogenbosch op Eiindhoven die door de baronie en het dorp Boxtel loopt in welk dorp zich al een straatweg bevond, de supplianten met de regenten van Boxtel hebben overlegd over de aansluiting van die straatweg met twee aanhorige bruggen en dat de supplianten die tot hun lasten zouden laten komen en dat dan de regenten van Boxtel aan de magistraat zouden overgeven de concessie en octrooi, als zij op 3 november 1717 en laatstelijk op 21 oktober 1732 bij prolongatie voor de tijd van 15 jaren van haar Ho: Mo: hadden verkregen op basis waarvan die van Boxtel mochten heffen een ½ stuiver weg- en bruggeld voor elk paard waarmee de karren of voitures bespannen waren die de steenstraten en bruggen van Boxtel passeerden; op 13 februari 1742 is dit voorstel geaccordeerd door de Ed: Mo:, met de conditie dat de supplianten verplicht worden het weggeld te verpachten en in de stadsrekeningen van de straatweg een apart kapittel op te nemen en te verantwoorden over de opbrengst van dat straatgeld [met nadere details]

113 Rekest van de magistraat van ’s-Hertogenbosch als ook de drossaard schepenen borgemeesters kerk- en armmeesters en de negenmannen der baronie van Boxtel in kwartier Oisterwijk over het akkoord of octrooi tot de aanleg van de straatweg van ’s-Hertogenbosch op Eindhoven i.v.m. de heffing van straatgeld en bruggeld

8 Rekest van de schepenen gezworenen en raden van de hoofdstad ’s-Hertogenbosch inhoudende dat haar Ho: Mo: op 3 februari 1741 aan de supplianten hebben geaccordeerd een octrooi tot het maken van een steen of kasseiweg van de voorschreven stad tot Boxtel en van daar zoveel verder naar Eindhoven als de supplianten in tijden en wijlen ten nutte van de stad nodig zouden oordelen, dat o.a. bij het 2e en 3e artikel van genoemd octrooi was gearresteerd [vastgelegd] dat de supplianten die steenweg zouden mogen laten leggen door de particuliere landen of vroenten of gemeenten, mits de waarde van het land tot het verhogen van dien en ook van dat, waarover die gelegd zouden worden aan de eigenaars betalende ter taxatie van de regenten van de respectieve plaatsen en in geval in het leggen van de steenweg mochten voor komen enige huizen, welke onvermijdelijk waren te passeren, zij supplianten die bij taxatie als voor mede van de eigenaars zouden mogen overnemen, dat de supplianten het maken van de steenweg zullende ondernemen door de gerechten van de respectievelijke plaatsen, hadden laten taxeren zodanige huizen landerijen houtwassen als zich in de linie van de voorschreven steenweg ontmoeten en noodzakelijk moesten geruimd en geïncorporeerd worden, dat die taxaties voor het merendeel bestonden in een menigte van geringe posten en dat dus voor de supplianten te eenmaal difficiel zoude zijn, om na te gaan uit wat hoofde de tegenwoordige possesseurs [bezitters] van de voorschreven getaxeerde huizen en landerijen en houtgewassen die bezaten, hetzij als gebruiker eigenaar tochtenaar of in fideicommis , ook met wat voor kapitalen hypotheken en renten die waren belast [geaffecteert], verzoekende de supplianten derhalve dat haar Ho: Mo: hen gelieven te autoriseren om op bepaalde dagen te mogen vaststellen en presigeren [?]

6 De Heer Schimmelpenningh van der Oye hoog- en laagschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch heeft ter vergadering gecommuniceerd over een brief van zijn stadhouder Van Luynen geschreven te ’s-Hertogenbosch op de 29e waarbij hij adverteert hoe dat door de stad een grote hoeveelheid koren naar de Meierij passeert en dat in de Meierij te Halder, Middelrode, Boxtel, Helmond, Eindhoven en andere plaatsen grote schuren en magazijnen van enige honderden lasten met koren worden opgevuld; een kopie wordt doorgestuurd naar de Raad van State om hieromtrent orders uit te vaardigen zodat de vijand daar geen voordeel van zal hebben en dat dit soort magazijnen geweerd moeten worden. – zie ook het plakkaat op folio 86 e.v.