Archieven

70 Thijs Crieffs en Hendrick Aert Graet schepenen tot Beugen tuigen bij deze open brief van erfmagescheid dat gecompareert zijn Juttgen Gaerts nagelaten weduwe van Jan Jacops van Gelder, geassisteerd met Jan Jacops van Gelder en Jorden Jacops van Gelder in qualiteit als ooms en en momboirs van hun voorschreven broeder nagelaten kinderen, mede geassisteerd met scholtis Rutger de Haen ter eenre en de erfgenamen Hendricxke Roeloffs zaliger gewezen vrouw van de voorschreven Jan Jacops van Gelder zaliger namentlijk Aert Heijsen Claes Bommers die haar mede sterk maakten voor haar medeconsorten van Hendrick Geerits zijde en Willem Gaerts, Dirck Roovers, Jan van Breuichum in naam en vanwege zijn moeder Hermken Jacops van Triest hun mede sterkmakend voor haar medeconsorten van Hendrickxe Roeloffs wegenter andere zijde. Verklaren de comparante dat zij gescheiden en gedeeld hebben de nagelaten goederen van Jan Jacops van Gelder en Hendricxken Roeloffs zijn eerste vrouw zaliger. En deze geleijt hebben in 2 egale lotten. Het 1e lot is ten deel gevallen aan de voorschreven erfgenamen van Hendricxken Roeloffs, deze navolgenden parteelen het land aan den Starwegh groot 3 vierendeel; Item het land in de Eijschpan neffens Aert Heijsen erf, tot op de gerechte helft toe van het erf van beide de stukken, met de voorwaarde dat dit lot als het op de helft gedeeld is maakt 6 roeien indekeer het tweede en de laatste lot is ten deel gevallen aan Juttgen Gaerts en haar kinderen, bestaande in de navolgende percelen. Eerstelijk het land neffens de voetpad bij de Venkamp met de maat te delen zo groot en klein als de andere tweede stuk in het eerste lot verhaalt, wel verstaande dit lot aan het eerste lot zal toegeven 3 roijen van zijn helft maakt 6 roijen indekeer en zal dit 2e lot het 1e lot wegen, als ook Aert Heijsen kinderen land dat voor dato dezes dit voors. erf afgedeeld is, den naaste weg ende den muisten Johan?

13 Johannis van Gelder gehuwd met Lijsbeth Hebben; Johannis Hendricx gehuwd met Henderina Pouwels geven te kennen dat zij met het overlijden in november 1729 van hun oom Hendrick van Gelder, gewoond hebbende te Haps, tot de volgende schifting zijn gekomen: het eerste lot voor Johannis van Gelder en Lijsbeth Hebbe een bedrag van honderdvijftig gulden; het tweede lot voor Johannis Hendricx en Henderina Pouwels landerijen te Haps, Cuijk en St. Agatha.

12 Voor schepenen van Boxmeer is verschenen Hendrik Aart Coenen weduwnaar Maria Jans van Wim. Hij belooft zijn zoon Hendrik Aarts Coenen die gaat trouwen met Johanna Ebben over te dragen halfscheid van al zijn ongerede goederen. Zelf behoudt hij het nieuwe erf naast de Nijmeegse Weg, grenzend ene eind Peter Claes en ander eind op de Heide van Boxmeer, groot twee mergen, nog een zaal groot vijfvierdendeel eveneens langs de Nijmeegse Weg. Alsnog een mergen land onder Oeffelt en een venneke daarbij gelegen; een mergen land in het Neervelt te Boxmeer grenzend aan de Gruijtkens en het land van de heer van Daal almede nog de Hamsen Camp, groot twee mergen. Daarnaast nog een erfpacht van Johanna van Eldrum te betalen door de even van Peterken Raatmakers alsmede een obligatie van f. 50,- ten laste van Loef Lamberts en Maria Derkx. Daarnaast verkrijgen Hendrik Aarts Coenen en zijn vrouw Johanna Ebben al het gereed, bed, bult, linnen en wol, paarden, koeien en kar. Mitsgaders het huis de schuur en hof en land aan den Porsen Weg, naast Hendrik Allers erf en ene eind op het erf van Hendrik Smits in totaal groot drie mergen. Verder nog twee mergen genoemd den Cortevooren in de Bakelgert en het Haarstraatse Kampke aan de Haarstraat naast het erf van Jan Smits, groot drie mergen. Alsnog drievierdendeel land op het Raijvelt uitschietend op de erf van pastoor Krift. Als laatste een kapitaal van f. 200,- ten laste van de kinderen van Wilhelmina van Eldrum en een kapitaal van f. 100,- ten laste van Michiel Coenen, bakker te Boxmeer.

224 Arnoldus Sweermans koopman te Boxmeer en zijn zuster Gertrudis Sweermans, die lange tijd elders heeft gewoond en er hebben zich in die tijd omstandigheden voorgedaan, waardoor genoemde Gertrudis Sweermans en haar broer willen vastleggen hoe de eigendommen verdeeld moeten worden, ter overstaan van Mr. Joh. Mic. Roukens oud schepen en Raad der stad Nijmegen, gemaakt en gesloten: 1. Het huis te Boxmeer tegenover het Munniken Klooster nieuw opgetimmerd, met de plaats, gaarden en tuin kan in twee delen verdeeld worden; 2. Het Kinnekens Kempken in Boxmeer aan de Kromoetze Straat, groot ongeveer anderhalve kleine mergen en de halve kleine mergen aan ’t Maas Veerstraatje in het kamp van Peter van Brees ieder voor zijn part. Gertrudis Sweermans heeft haar broer betaald Cleefs geld en met deze deling heeft de erfmagescheid zijn beslag gekregen.