Archieven

156 Johannes Martens, landbouwer te Rijkevoort verklaart f 1.300,- schuldig te zijn aan Johannes van den Broekkant, landbouwer te Wanroij. Waarborg: percelen bouw- en weiland, alsmede een huis, schuur en erf, sectie D 348 te Rijkevoort op de Walsert.

3 Johannes Peskes en Hendrina Aarts, el, bekennen schuldig te wezen aan de Roomsche Armen van Ledeacker F 1000,--. Als onderpand verbinden zij de volgende onroerende goederen te Rijkevoort: huis, schuur, bakoven en 4 mergen bouw- en weiland. Oost Hendrik Heijsen, west Jan Jacobs, zuid en noord de heide; een mergen bouwland. Oost en west Jan Jacobs, zuid Jan Linders, noord Johannes Ambrosius; een stuk weiland, groot 1 mergen. Oost en west Hermanus Martens, zuid Martin van de Voort, noord Toon Martens.

81 Willem Kerstens en Jenneke Jansen el, bekennen schuldig te zijn aan Johannes Geurts en Mechtild Kerstens, el, en hun erfgenamen, een somma van 300 Car.guld. Als onderpand: een huis en schop met landerijen op de Papevoort te Rijkevoort. Enerzijds de weduwe Jan Gielens, voorts de gemeente; een perceel nieuw erf op de Papevoort te Rijkevoort. Enerzijds de Heer de Raat, voorts de gemeente. Afgelost 10-2-1791.

58 Johannes Cornelissen en Elisabeth Jacobs, el, bekennen schuldig te zijn aan Laurens Spengler en Anna Geertruida Hummel, el, en hun erfgenamen 1000 Car.guld. Onderpand onroerende goederen te Rijkevoort: een huis, schuur, bakoven, bouw- en weiland op het Hoogeind. Enerzijds Judith Hendrix, anderzijds de erfgenamen van Peter Jans, een eind de gemeene straat, het andere eind de gemeene heide; een stuk bouwland in de Vilderskamp. Enerzijds de gemeene heide, anderzijds Judith Hendrix, en met een eind de gemeene straat; een nieuw van drie kanten in de gemeente gelegen stuk bouwland, genaamd Janneland. Enerzijds Ebbert Aerts, anderzijds Hendrixk Hendrix, met een eind het gemeene broek; een weitje, genaamd het Wutte Weijtje. Enerzijds en beide einden Ansem Ansems; een weitje, genaamd Janneweitje. Enerzijds Ansem Ansems, een eind het gemeene broek; een stuk bouwland, genaamd het Oud Nieuw. Enerzijds en met een eind de gemeene heide; verder nog een paard met tuig, 6 runderen, 3 schapen, bouwgereedschappen, meubilaire goederen en al wat zij nog verkrijgen zullen.