Archieven

3 Arrest van goederen nl. onder Wijbosch : Adriaan Peeter Martens van der Cant, Jan Ariens van de Vorstenbosch, Arnoldus zoon van Jan Ariens van de Vorstenbosch, Jan Gerits Verwetering, Hendrikus Hermens van der Aa en Jan, Peeter, Hendrien, Elisabeth en Catelijn Goijaart Ariëns, onder het Lutteleind: Johanna Ariens van de Vorstenbosch, de drie kidneren van Jan Gijsbert Smits, de weduwe Antony Hendrikx van der Schoot, de weduwe Hendrik Jansse Hellings, Francois Johannis Hermens, de weduwe Andries Hendrikx van den Oetelaar en de weduwe van Jan Willems van den Boogaart, onder de Borne : Peit van Kessel, Jan, Johannis en Jacob van Berkel, Pieter Hendriks van Kessel, Hendrien weduwe van Antony Casper van der Cammen, onder Elschot: de 4 kinderen van Lambert Willem Schoenmakers, de minderjarige kinderen van Martinus Aart van Veggel en Hendrikus Mattijs Vugts en onder de Broekstraat: de kinderen van Gerardus Jan Corste, de kinderen van Lambert Hendrikx en Hendrik Jansse Schoenmakers

121 Arrest van goederen door vorster Berent van der Cappen op basis van een vonnis van de schepenen van Schijndel dd. 25 juli 1767 geobtineerd door Johannis van den Bogaert te ’s-Hertogenbosch en ten laste van Engelbert van Aggelen te Schijndel de veroordeelde waarna een lijst van zeer bescheiden goederen volgt.

256 Johan Willem Jorris, vorster en gerechtsbode van Schijndel, mitsgaders door Philip Willem de Schmeling, raad en rentmeester-generaal der domeinen van Brabant gekwalificeerd om als deurwaarder te mogen fungeren bij akte van 5-12-1769 en in die kwaliteit geautoriseerd van Philip Jacob de Haas, collecteur ’s lands verponding en koningsbede over Schijndel, zijnde die autorisatie 26-3-1778 in arrest is genomen en verkocht onroerende goederen ten name van de weduwe Gerit Janssen van Ondersteijn en Maria Jan Gerit Martens, bestaande in deel van heiveld onder Elschodt vanwege verachterde betalingen van verponding en koningsbede 1776, aan Cornelis van Ballekom, wonend te Schijndel.

251 Johan Willem Jorris, vorster en gerechtsbode van Schijndel, mitsgaders door Philip Willem de Schmeling, raad en rentmeester-generaal der domeinen van Brabant gekwalificeerd om als deurwaarder te mogen fungeren bij akte van 5-12-1769 en in die kwaliteit geautoriseerd van Philip Jacob de Haas, collecteur ’s lands verponding en koningsbede over Schijndel, zijnde die autorisatie 26-3-1778 in arrest is genomen en verkocht onroerende goederen ten name van Jan Hendrik van Beek voor de helft; Jan Claasse Compeer voor vierde part en weduwe Jan Jansse van Beek voor ander vierde part, bestaande in vierde part waarvan Teunis van Venrooij de helft en de heer Muller, predikant te Den Dungen resterend vierde part competeren onder Borne ter plaatse genaamd het Wout vanwege verachterde schuld, aan Cornelis Muller, predikant Den Dungen.