Archieven

29 Rekest van Antoni Lommers, Johan Fabri en de kinderen van Jan Dircx van Duijnhoven die verklaren dat ze in september 1666 voor een periode van drie achtereenvolgende jaren, de 1e in de dingbank Oisterwijk, de 2e in de dingbank Hilvarenbeek en de vader zaliger van de 3e supplianten de houtschatten in Erp, Veghel, Aarlebeek, Rixtel, Stiphout, Lieshout en Bakel in Peelland, in pachting hebben gehad. Door de officieren van de respectieve kwartieren hebben ze hun functie niet kunnen uitoefenen of waarnemen. Hierover is de nodige discussie ontstaan. Hun rekest is overhandigd aan de heren Oudtshooren en van Vrijbergh die in Den Bosch komen i.v.m. de verpachting der gemene middelen, om een nader onderzoek in te stellen en advies te geven.

17 Request van Thomas Porters als eigenaar via koop van de leen- en cijnsboeken van het Guldenhuis te Rixtel. Hij heeft echter niet de charters en documenten kunnen krijgen, die van de ene rentmeester naar de andere gingen, op basis waarvan die cijnzen geheven mochten worden en de problemen daaruit voortvloeiende. Hij verzoekt enige functionarissen aan te stellen zoals een griffier en een particuliere bode

22 Memorie van de raad en rentmeester generaal die aan d SG kenbaar maakt dat de Heer Overste en Ingenieur Draeck bij koop eigenaar is geworden van het Huis van Rixtel en ook een cijns heeft ingekocht van de erfgenamen van Thomas Porters; tevens dat vele cijnzen en lenen niet meer vindbaar zijn. Gesproken wordt o.a. over renten en cijnzen van het klooster ten Hage uit goederen onder Sint Oedenrode en te leen staande aan het Huis van Rixtel. De acte spreekt over twee extracten uit het leenboek van het adellijk huis te Rixtel dd. 29.5.1529 en 25.2.1653 i.v.m. genoemd convent. Genoemd wordt Joris Steijmans pachter van Zijne Hoogheids molen te Zeelst. Die klaagt dat hij zijn granen niet meer als voorheen te Sonderwijk onder Veldhoven [zijn belangrijkste district] mag afhalen om op zijn molen te laten malen. Ook maakt het stuk melding van geestelijke renten en kapittelpachten zoals van de rentegelders nl. de kinderen Willem Teunisse Hoecks te Valkenswaard, Leendert Dircx te Stratum, Jacob Rijmond van Luijk uit zijn goed te Riel, Henricus Nommerens [dubieus] nomine uxoris , de weduwe Hendrik Leenderts uit goederen te Someren. Ook Jan van den Kerkhoff pachter van het neerhuis van het klooster Ten Hage, met een rente uit het Huisven in de Stratumse Heide aldaar, bij de Galgenberg, waar heiturf gestoken wordt. Voorts Jan van Schoenvorst Heer van Cranendonk, Eindhoven en Diepenbeek en zijn vrouw Jenne van Rochefort aan wie het Huisven mogelijk had toebehoord als Heer van Heeze & Leende. Tenslotte wordt gesproken over het rijden van de molenkar van de Gennipse Molen te Eindhoven en van de houten schoorsteen boven de keuken van het klooster Ten Hage en de bouw van een nieuwe stenen schouw

11 Missive van de generaliteits rekenkamer op het rekest van Hierominus Raveschot de Capelle prelaat van de abdij van Postel over de tienden te Helmond, Rixtel en Overbrugge [zie hierboven].