Archieven

137 Missive van Philip Jacob van Borssele raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant in het kwartier van ’s-Hertogenbosch op een rekest van de regenten van Son na verhoor van de supplianten en van de regenten van Woensel en na genomen oculaire inspectie alles m.b.t. de meningsverschillen over de eigendom van een stuk vroente of gemeijnt tussen beide gemeenten, met discussie over de zware proceskosten

64 Rekest van Jan de Five schoolmeester koster en voorlezer te Son in kwartier Peelland aan wie demissie [goedkeuring om afstand te doen] wordt verleend van zijn ambt en in een later stadium zal daarover gedisponeerd worden

52 Rekest van schepenen, achtmannen en regenten van het dorpke Son in kwartier Peelland te kennen gevende dat Hertog Jan van Brabant bij zijn open brieven van 17 april 1355 aan de inwoners van Son uitgegeven heeft de vroente en de gemeente gelegen tot Esperbeeke achter Jan Hasartshuis en van Esperbeeke gelijk hem die palen van ‘sHeren van Cranendonk strekken tot Meijlensvoirt en van Mijlsvoirt tot de gemeente der geburen van Oirschot en van die gemeente van Oirschot strekken tot Lake en van Lake gelijk hem die palen van der gemeinte van Roden [vgl. St.Oedenrode] strekkende zijn, tot het huis dat men noemt Villenbraeke en van dat huis gelijk de Dommel loopt opwaarts tot Esperbeeke, in welker ring naar de zijde van Woensel begrepen is een zekere streep heiveld, waarin een kamp is afgegraven gelegen rondom in de heide van Son en waaruit de eigenaar van dien jaarlijks aan het kantoor der domeinen een cijns betaalt, welke kamp genaamd den Wildenkamp in het domeincijnsboek onder Son staat geboekt, bewijzende dat deze kamp niet onder Woensel maar in de ring van Son valt, waarbij tevens een ven wordt genoemd waar men kan turven of moeren genaamd het Hennevenne (?) [met discussie met die van Woensel]

187 Rekest van de regenten van Son in kwartier Peelland met een verzoek om 4000 gl. te mogen opnemen ter betaling van de vergoedingen aan de voerlieden die met hun karren en paarden gediend hebben ten behoeve van de legertroepen