Archieven

298 Missive van rentmeester Thomas van Berestein op een rekest van verschillende pachters van hoeven tienden en molen in het kwartier Kempenland die om een behoorlijke remissie verzoeken vanwege de geleden schade veroorzaakt door de legertroepen, waarop na deliberatie is goedgevonden te remitteren aan Jan Fabri pachter van een hoeve onder Bladel twee jaren pacht ter somme van 120 gl.; aan Adriaan Goudsmid medepachter van een hoeve onder Bladel twee derde parten van een jaarpacht ter somme van 69 gl.; aan Cornelis Hogenhuisen medepachter van een hoeve onder Bladel 1 ½ jaar pacht ter somme van 195 gl.; Dirk Smolders twee jaren pacht ter somme van 290 gl.; Hendrik Simon Vorsters pachter van een hoeve te Reusel twee jaren pacht ter somme van 70 gl.; Adriaan Schuurmans pachter van een hoeve te Reusel twee jaren pacht ter somme van 130 gl.; aan Willem Jean Peters pachter van een hoeve te Reusel twee jaren pacht ter somme van ….[niets ingevuld]; aan Jan Peeter Wouters pachter van een hoeve te Reusel twee jaren pacht ter somme van 170 gl.; aan Jan Peters pachter van een hoeve te Reusel twee jaren pacht ter somme van 310 gl.; aan Christiaan van de Graaf pachter van het pastoriehuis en erf te Reusel twee jaren pacht ter somme van 84 gl.; aan Hendrik Peters pachter van een hoeve te Hulsel twee jaren pacht ter somme van 130 gl.; aan Jan Hoppenbrouwer pachter van een hoeve en molen op Venbergen ¼ deel van de pacht van zijn molen en hoeve ter somme van 160 gl. en 10 st.; aan Paulus Sleuwens pachter van een hoeve aldaar een jaarpacht ter somme van 75 gl. en 10 st.; aan Peeter van den Broek pachter van de watermolen aldaar een som van 66:16:0 op zijn pacht; aan Jan Joosten pachter van de watermolen te Bladel een half jaarpacht ter somme van 170 gl.; aan Adriaan Wijnands pachter van de korenwindmolen te Reusel ¼ deel van een jaarpacht ter somme van de molen van 175 gl.;

122 Missive van rentmeester Thomas van Berestein geschreven te ’s-Hertogenbosch op een rekest van Mathijs van de Grinte [dubieus], Jan Heuvelmans en Jan Hoppenbrouwer pachter van ’s lands molens te Lommel, Oerle en Venbergen verzoekende om diverse reparaties te mogen laten uitvoeren, waarbij hij verklaart in de maand maart persoonlijk te Lommel te zijn geweest en daar gezien heeft dat de verzochte reparatie hoogst noodzakelijk is voor een bedrag van 245 gl, ook te Oerle een bedrag van 93 gl. En bij de molen van Venbergen 160 gl. Welke reparaties zo spoedig mogelijk gerealiseerd dienen te worden.

104 Missive van rentmeester Thomas van Beresteijn waarmee hij overzendt de bestekken van de hoeven die om reparatie vragen o.a. die te Someren bewoond door Marcellis Verdisteldonck waarvan de reparatie is aangenomen door Goijaert Hoeffnagel voor 180 gl.; die te Oirschot bewoond door Pieter Frans Peters [of Potters ?] en aangenomen door Simon Wijnen voor 180 gl.; die te Hapert het laatst bewoond geweest door Hendrick Boijens en die nu in pacht wordt genomen door Guilliam Aerts waarvan de reparatie is aangenomen door Jan Willem Maas voor 280 gl. en op verzoek van pachter Mathijs van de Grienden is ’s lands watermolen te Venbergen gevisiteerd waarvan de twee maaldeuren van ouderdom zijn versleten en de planken zijn door het hoog water opgedreven en die reparatie zal minstens 97 gl. gaan kosten.

77 Missive van rentmeester Thomas van Berestein dat hij van molenmeester Jan Willem Maas de brieven heeft ontvangen n.a.v. de visitatie van de korenwatermolen te Venbergen waarvan de as is gebroken door hoog water en zwaar ijs en dat de molen aldaar stil ligt en men dus niet kan malen. Onkosten voor een nieuwe as, ijzerwerk en arbeidsloon 96 gl.