Archieven

99 Rekest van Evermodus van Rhiel kanunnik van de abdij van Tongerlo te kennen gevende dat hij in de plaats van Laurentius Rijgoets mede kanunnik van deze abdij op de 16e van deze maand door de heren gecommitteerden Raden van Holland is geadmitteerd is tot pastoor te Onsenoort bij Nieuwkuijk onder Holland blijkende de akte van aanstelling die aan het rekest is toegevoegd, dat hij suppliant op basis van zijn voorganger gaarne mede zou willen hebben permissie om de roomse ingezetenen van Nieuwkuijk onder het ressort van de generaliteit die haar godsdienst in het kerkenhuis van Onsenoort op hun ziek- of sterfbed mag assisteren, wat aan hem wordt gepermitteerd

66 Missive van drossaard L.E.Duijtz van Nieuwkuijk op het rekest van Laurentius Rigouds kanunnik van de abdij van Tongerlo en pastoor te Onsenoort die verlof heeft gevraagd om in Nieuwkuijk de ingezetenen op hun ziekbed en sterfbed te mogen assisteren, welk bericht naar de secretaris van de Raad van State is gestuurd voor nader onderzoek – zie ook folio 250 verso

56 Bericht van de advocaat fiscaal Van Erpecum op een rekest van Laurentius Rigouts kanunnik van de abdij van Tongerlo rooms pastoor te Onsenoort die permissie verzoekt om zoals vanouds de ingezetenen van Nieuwkuijk op hun ziekbed of doodsbed te mogen assisteren, welk bericht voor nader onderzoek wordt doorgestuurd naar de secretaris van de Raad van State

31 Verbaal van de heren die vanuit de Raad van State in commissie langs de Maas gekomen zijn waarin de volgende berichten zijn opgenomen: over de hoofdgeldlijsten van vermogende en onvermogende, meerderjarige en minderjarige personen in de vier kwartieren van de Meierij van ’s-Hertogenbosch; memorie van de directeur generaal de Bruen over het onderhoud van de houten bruggen in de Vughter- en Hinthamersteenwegen buiten de stad die ter examinatie is aangeboden; rekest van Peeter Ohrly geweldige provoost binnen de stad ’s-Hertogenbosch die klaagt over de magistraat dat aan hem onvoldoende vur en licht werd gegeven; het verzoek van Cornelis de Wit predikant op het fort Isabelle die heeft verzocht of zijn studeerkamer in het huis mag worden vergroot; een akte betreffende het armengeld van Oisterwijk hetgeen is voortgekomen uit de bij executie verkochte goederen van wijlen Hendrik de Cort gewezen armmeester nl. een bedrag van 218:17:4 dat toebehoort aan de armentafel aldaar maar waarvan en niet weet of die ontvangen zijn door wijlen ontvanger Van Vrijbergen of door zijn eveneens overleden substituut Jacob Hasevoet; idem een rekest van Leonard Erasmus Duijtz drossaard en schout van de heerlijkheid Nieuwkuijk te kennen gevende dat hij in zijn kwaliteit geen vast traktement genoten heeft en van tijd tot tijd aan de regenten had verzocht voldoening van zijn specificatie van zijn salaris over de jaren 1724-1727 waarover enige meningsverschillen zijn gerezen [met nadere details]; idem een rekest van dezelfde Duijtz te kennen gevende dat de ingezetenen van Nieuwkuijk een vergunning hebben verkregen om op de molen van Onsenoort onder Holland hun granen te laten breken mits ze vrijbriefjes hadden om die aan de pachter te kunnen tonen die uitsluitend voor die van Nieuwkuijk golden, vandaar dat hij aan de regenten van Nieuwkuijk had gevraagd die vrijbriefjes te laten drukken, ze in te vullen en aan de ingezetenen uit te reiken