3a
Item moeten met Basilio geen ander dan slecht, simpel ende clericael habijt, van couleuren grauw ofte swart, sonder eenige froussen, boorden, lobben ofte diergelijcke curieus fatsoen, a; conformeerlijck de ordonnantie vande eerweerdige heeren proviseurs gemaeckt, procureren ende useren, noch uijtwendich gewaet ofte huijsraet begeren.
4a
Item moeten in alsulcken cellekens ofte camerkens der geregeleerder ende exempleerder huijsen ende collegien, successivelijck logeren ende fospiteren, als den heeren proviseurs sal believen binnen den Bossche in domo fratrum oft eenige andere bequame plaetsen, al nae goetduncken van de heeren proviseuren ende binnen Loven inde collegie van Standonck [270r] oft elders ende aldaer hunnen ciste coopen oft hen selffs costen doen.
5a
Item moeten alle dagen de voorss. beurssiers eens het Heijlige Sacraficie der missen devotelijck hooren ter memorie vande passie ons Heeren Jesu Christi, Godt biddende met David om goet verstant ende der ziele salicheijt, met Salomon om wijsheijt ende des lichaems nootdrugticheijt met Elia om viericheijt ende des hemels vochticheijt met mijnen eerweerdigen patroon St.Jan om den Heijligen Geest, ende sijnder operatie oft gaven meenichfuldicheijt, mede den Heer dickmaels danckende, ende lovende van sijn genade ende weldaden, oock mede frequenterende alle sondagen ende Heijlichdagen in het hooch choor der cathedrale kercke deser stadt vanden Bossche, naer vermogen des woonhuijs ende der schoole om den sanck ende die kercken ende geestelijcken manieren ende ceremonien te leeren.
6a
Item moeten promptelijck ende perfectelijck al dusdanige beursgesellen ende Christi discipulen onvermaent wel betaemt voor den fundateur ende alle sijn benefcteurs lesen inden iersten camp op elcken
Item moeten door behoorlijcke mortificatie formatie beginnen stemmich verstandich ende geestich te worden ende daerom oock op elck haer meermael dan inden iersten camp vijffmael, inden tweeden camp thien mael ende in geval als boven inden derden camp vijftien mael devotelijck ter taeffelen Godts gaen, alwaer dat waerachtich lichaem ewnde bloet ons Heeren ende salichmaeckers wort ontfanghen – Item moeten hen selven alsoo totter priesterlijcken staet
Item soo neerstich ende vlytich sonder eenich weersien ende nae Sodoma ende Egijpten, ende sijns m oeders pap ofte den houts pat om sien ende sonder der vrienden ende magen te seer aen te hangen off dickmaels buijten nootsaecken ende behoorlijcken oorloff, te besoecken, off oock eenige lessen, repetitie, conferentie, disputatie, exercitien ofte notabelen tijt te versuijmen, doorgaens mediterenende st uderen, dat se alle jaer met loff, prijs ende eer ten minsten eens ascenderen wesende binnen t’getael, het welck is doenbaer voor allen den geenen die neerstich ende vlijtich sijn ende blijven, can vanden iersten, vijffden, oft ten hoochsten den thienden ascendenten oft promovanten.
7a
Item moeten terstont als de curs sal wesen geabsolveert hen selven tot den diest der H.Kercke mijn eerweerdige Heere den Bisschop vanden Bossche ende den heeren proviseuren deser fundatie terstont presenteren om mede discipul ende sgtadthouder Christi opter aerden te worden, commissien ende benedictie begeeren, om eenige pastorialen dienst in die Bisdom vanden Bossche te bedienen onder redelijcke competentie, ommers ten [272] minsten voor alsulcken tijt van jaeren, als die selve beursiers in dese fundatie gestudeert sullen hebben.
Item moeten alle de dagen huns levens dese fundat ie helpen eeren, verstercken ende tegens den vijnanden oploop ende aenstoot beschermen ende niet alleen de voors. overheijt honoreren ende voor sijn goede vaders reuteren, maer oock een ijeder beurssier soo pnt: precedent als subsequent houden in eeren ende achten voor sijne commensalen ende lieff confreren.
2a
Item ende moeten met een affectie filiael ende obedientie reverentiael inde heijlige gehoorsaemheijt van onsen Heer Godr vande heijlige kerck, ende den heeren protecteurs, proviseurs ende collecteurs ende andere overheijt daermen onder als salige boomkens sal rusten ende goede vruchten plucken, vastelijck blijven staen ende inden wech der heijliger gebooden ende verbooden nae des wijsemans raet lieffelijck ende lichtelijck voortgaen,
Copie
Inden name der heijlige drievuldicheijt Amen
Cont ende kennelijck zij eenen ijgelijcken die dese tegenwoordige sullen sien ofte hooren lesen, dat ick Jan Daems van Nuenen priester canonick ende scholaster tot Oirschot, soone wijlen Daem willen Daemss. voor Godts genade uyter leger agriculture tot hooger ende meerder staet ende beter fortuijnen ben gcomen, dickmael bij heijlige schriftuijre, exempelen ende figuren ben bewogen ende getogen tot alsulcken Goddelijcke seminarie des graens evangeliaets deuchdl[ick] plantatie der spruijten scholaer ende nootelijcke extirpatie des oncruijts diabolicael als ick wel dickwils hebbe hooren recommanderen heeren Peteren van Geffen mijnen meester saliger memorie, die al het selffde metter daet oock heeft volbracht, als blijckt bij sijnder fundatie alsoo soude ick oock geerne met Gofts hulpe oprichten ter eeren Godts ende tot laeffenisse mnder ziele, ende alle weldoenders ende vrienden ende magen zielen, daer ick eenichsints in gehouden mocht wesen, ende dat tot onderstant der heijliger kercke dienders ende wederstant der vijanden der Heijliger Roomsche kercke ende religie seeckere beusen tot behouff van vijff schamele scholieren ende seeckere schoole dominicale ende festivale, ende andere fundatiën ende dotatien, als hier naer sullen volgen ende ter eeren de vijff heijlige wonden ons Salichmaeckers, Soo maecke ick, ende laete daer toe dese naebeschreven renten ende chijnsen, meestendeel [267] aengeleijt ende eensdeels gedesigneert op seeckere mijne goeden tot onderpanden, soo hier nae sullen volgen – Inden iersten eene rente van ses en t’sestich gulden tien stuijvers jaerlijcx opte Staten van Brabant int quartier vanden Bossche gelijck in de coope vercregen hebbe voor schepenen der stadt vanden Bossche opten veerthiensten juij anno xv c tnegentich – Item tot de voorss. beursse ende andere naebeschreven maeckselen, laet ick alnoch een losrente opte Staten van Brabant int quartier vanden
Ende ten lesten tegen alle de opcomende swairicheijt te versien ende oock om alle onnutte costen te verhoeden soo ende in wat manieren ende hoedanighe die schier oft mergen soude mogen oprijsen, egeen uijtgescheijden alsulck geschil ende swairicheden sullen alleen bij de proviseurs ende collateurs als amicable pacificateurs als arbiters bij hun selven van officie wegen alleen oft als die geresen questien sijn pregnant ende important met adres van twee onpartiael rechtsgeleerden bij parthijen aen beijde sijden te eligeren, ofte te assumeren, met welcken heeren proviseurs ende collateurs ende adviseurs interpretatie, declaratie determinatie oft uijtspracke ex vocum pluralitate gegeven parthijen van beijde sijden hem selven moeten contenteren ende te vreden houden sonder eenige applicatien ofte remedien daer
Aldus soo hebbe ick dese tegenwoordige fundatiën voleijndt, volgens het getuijgenis mijner consciëntie ende intentie met preserveerde macht van geduerende mijner menschelijcker peregrinatie nu drije ende tsestich jaren out sijnde alnoch te mogen verminderen ofte vermeederen te corrigeren ende veranderen, in kennisse der waerheijt van allet gene voors. staet, welck ick bij eenen getrouwen vrient aldus int reijn hebbe doen schrijven, Soo hebbe ick daer naer tot naerder verseeckeringhe met mijn eijgen naem het selve onderteeckent ende met mijn gewoon signet bevesticht op huijden den iersten dach augustij anno xvi c ende derthien, onderteeckent Jan Daems pbr [= presbyter] ende was besegelt met een cachet daer op gedruckt – Onder stont gecollationneert tegens d’originele fundatie ende daermede dese copie bevonden concorderende bij mij Gerardt Kempen pbr = presbyter als openbaer ende bij den Rade van Brabant geauthoriseerde notaris – Oirconde deses etc. G.Kempen notaris – onder stont nae voorgaende collatie tegen asijn [166] origineel als voor is dese tegenwoordige copie bevonden te accordeeren van woorde tot woorde – bij mij ondergeschreven notaris ende was geteeckent G. Vleeshouwer 1622.
Dese copije gecollationeert tegens de copije originaele is hier mede door mij Johan van Horenbeeck als openbaer bijde Ed: Mo: Rade van Brabandt in ‘sGravenhage geadmitteert notaris tot sHertogenbossche residerende bevonden opden darthienden dach der maendt junij anno sesthien hondert drije ende vijfftich van woorde tot woorde t’accorderen – t’oirconde etc. Jan Horenbeeck nots. pub.