Genoemde Jan Hendrick Jan Frensen moet de helft van 2 gulden betalen samen met Corst Jan Roelofs voor zijn deel dus 1 gulden per jaar aan Huijbert in de Keersboom in Den Bosch, voor zijn deel af te lossen met 20 gulden. Nog een part van 7 gulden 10 stuivers per jaar aflosbaar met 150 gulden, verder de dijk te moeten onderhouden en de burenplichten na te komen. Genoemde Lijsken krijgt een stuk teulland gelegen op Den Dungen genoemd de Streep ter plaatse genoemd de Reijndonck, belendend Mattijs Adriaen Huijberts, Adriaen Peter Adriaens, het klooster van Uijlenburgh, Roelof Janssen. Voorwaarde is dat Lijsken hieruit 5 gulden per jaar moet betalen aan mijnheer van den Broeck, nog 3 gulden jaarlijks aan Aert Janssen van Boxtel aflosbaar met 50 gulden, nog een pacht van 3 gulden per jaar aan zuster Heijlken van Boxtel wonend op het Grote Begijnhof aflosbaar met 50 gulden, verder de dijk te moeten onderhouden. Genoemde Peter Jacob Peters namens zijn vrouw krijgt een stuk akkerland in de Reijndonck genoemd de Geer gelegen onder Den Dungen, belendend Hendrick Peter Willems, de kinderen van Roelof Janssen,