Archieven

213 Jan Lambert Thielens van der Cammen inwoner alhier, verder diens broers Marten en Toon als borgen hierbij, beloven samen en hoofdelijk aan Jan Dirck de Smid en aan Willem Matteus Gevers namens de armentafel van Berliciom de som van 100 gulden te voldoen per heden datum over een jaar samen met een rente van 4 %. De rente blijft doorlopen totdat de hoofdom is voldaan en er geldt een opzeg van 3 maanden. (370) Datum 14 april 1722, getuigen de heer G.W. van Grimbergen, drossaard en Adriaan van Tongeren, mij present H.C. van Sevenhove secretaris.

212 Jacob Geerts van den Berg inwoner alhier als man van Jenneke Dircx van de Veerdoncq, verkoopt aan Hendrick Dircx van de Veerdoncq, inwoner alhier, een perceel genoemd de Palmenstreep, gelegen op de Westelackers alhier, in totaal groot 2 lopenzaad te Berlicom, belendend Rogier van Oosterwijck, de erfegenamen van HenrickGeert Jan Evers, de erfgenamen van Arie Geerts Dobbelsteen, de Staten van Holland, zoals hij middels afstand doen van het vruchtgebruik van zijn schoonvader Dirck Matteus van de Veerdoncq had verkergen en hem was toebedeeld in de deling. De verkoper belooft alle lasten af te handelen. Datum 11 april 1722, getuigen Antonis Aries van den Boom en Claes Westerlaecken als schepenen, mij present H.C. van Sevenhove secretaris.

211 Jan Bastiaen Janssen,inwoner van Nuland verkoopt aan Jenneken weduwe van Gerrit van de Pas,inwoonster.., een percel land groot ca. een lopenzaad, alhier te Berlicom, belendend de kinderen van Hendrick Bastiaens, de gemeijnte, Peter van Gestel, alles zoals hij van zijn zuster heeft geerfd samen met het vierde part van de voorpoting naast het erf van Peter van Gestel. De verkoper belooft alle lasten af te handelen.Datum 11 april 1722, getuigen Antonis Aries van den Boom en Claes Westerlaeken, mij present H.C. va Sevenhove secretaris.

210 Wij, Antonisn Aries van den Boom en Claes Westerlaeken als schepenen verklaren dat voor ons is verschenen heer en meester Adrianus Schoneus,lientiaat in beide rechten en advokaat in Den Bosch als erfgenaam en uitvoerder van het testament van wijlen juffrouw Maria Bruijnincx eerder weduwe van de heer Johan Roghman opgemaakt voor notaris W.Mans d.d. 11 mei 1721. In dat testament had deze weduwe na haar overlijden aan de armen te Berlicum de som van 200 gulden vermaakt, met de bepaling dat de uitvoerders van dat testament zulks voor schepenen zouden moeten vastleggen. Genoemde heerAdriaen Schoneus heeft daarom nu aan deze armentafel deze 200 gulden vermaakt, te vorderen van Jan Hendrick Gevers, zoals die dat bedrag aan de heer J. Roghman had beloofd op 1 jun1713 voor schepenen van Den Bosch, verder nog op onderpand van een andere belofte d.d. 16 maart1720 voor schepenen van Berlicom, te weten 60 gulden kapitaal ten laste van Peter Zeben, Verder nog een schepenbelofte van 40 gulden ten laszte van Peter Zeben volgens akte van 27 maart 1722. alhier gepasseerd. (366). De uitvoerder belooft deze overdracht na te komen .Verder is hierbij verschenen Jan Dirk de Smid en Willem Matteus van Uden thans als armmeesters alhier en verklaren dat ze deze overdracht zo hebben ontvangen namens de armentafel en ze geven deze Adrianaen Schoneus kwijting voor het legaat. Datum 28 maart 1722, getuigen Antonis Aries van den Boom.Claes Westerlaken,mij present H.C. van Sevenhove secretaris.