Archieven

324 Peter Borgers te Venray; Christiaan Koenen te Heijen; Jan van Dinter te Rijkevoort en Nicolaas Peters te Oploo.

52 Uit het leenboek der Heerlijckheit Oploo, dat afgesloten is op 03.08.1735 blijkt: Reijnier de Haen, volgens authorisatie van vrouwe Lucretia, baronesse Van der Noot, als regerende leenvrouwe van het Huis Oploo, volgens volmacht op het kasteel van Heumen van 12.07.1725, alsmede Rutger de Haen, scholtis en gevolmachtigde van Genevieva Maria, baronesse Van Steenhuijs, geassisteerd met Bernard, baron van Weelderen, Heer van Valbergh, ambtman, rechter en dijkgraaf van het Ambt Nederbetuwe en stadhouder van de lenen, voogd van de landen van Valkenberg, tevens haar echtgenoot, welke volmacht is verleend te Ubbergen op 10.07.1725. Comparanten verklaren dat door het overlijden van haar vader Walrandt, baron Van Steenhuijs, vrijheer van Heumen, Malden, Oploo en ambtman der stad Grave, uit de erfenis ontvangen te hebben: twee bouwhoven met ros- en watermolen, genaamd het "Lemen Leen", gelegen te Oploo, met alle bijbehorende begroeiingen, alsmede het recht op een schepel rogge jaarlijks, spruitende uit een stuk land, toebehorende aan de erfgenamen van Peter Jan Gubbels. Zie ook de volgende akte.

41 Voor Anthonie Maximiliaan, baron van der Poll, drossaard van het graafschap Megen, is verschenen Jacob de Breff, ridder van de keurvorstelijke hoogheid van Nieuwburg en Palz, welke zijn vrouw Maria Anna, barones Van der Pol, machtigt om het landgoed "De Weijer", groot 21 kleine morgen, te verkopen. Zie ook de volgende akte.

15 Vervolg van akte 13. Het betreft akte van machtiging waaruit blijkt dat de betreffende onroerende goederen waren gekocht op 23.12.1693 door Maria van Lier, maar dat de kooppenningen nog niet waren voldaan.