Archieven

150 Verklaring van een zekere Aert ….van …. over de fundatie van Godefridus de Cobbeyck tot opvoering van studenten welke fundateur de oom was van moederszijde van genoemde Aert, Corstiaen Aerts is tegenwoordig de medegifter als bloedverwant naast de pastoot van Zeelst en als studenten worden genoemd de onderscheiden discipelen Jan Janss. Anthonis te Zeelst, Marcelis Peters en Crijn Zegers – gepasseerd in presentie van Govert de Ruijter borger der stad – ondertekend door W.Schuijl notarius publicus – gericht aan Florentius Schuijl rector van de beurs.

137 In aansluiting op scan 514 staat hier nog Jan Janssen van Ravenst…. wonende in de Vuchterstraat ‘int Vergulde Schaep’.
Voor de notaris bij de Raad van Brabant geadmitteerd te Loven is verschenen Mr. Henricus Borman student binnen de universiteit van Leuven en tegenwoordig bursier van twee beurzen gefundeerd door wijlen de Heer N.Meeuwen van elk 53 gl. Hollands geld bezet op de stad ’s-Hertogenbosch en hij machtigt Abraham van Kip en de Heer Elias Donckers licenciaat in de rechten om samen en elk in het bijzonder om in zijn constituants naam te beuren en te ontvangen een jaar overloops van de genoemde beurzen voor het jaar 1650 en van het ontvangen een kwitantie te overhandigen - Actum Lovani publicus Magistro Simone Mintart en Petro Sasleno getuigen – onder stond ‘ende van mijn Openbaer Notaris binnen Loven residerende, quod attestor ende was onderteeckent Petrus Mintart notaris met signature – deze kopie accordeert met het origineel waarbij genoemd wordt de griffier van de leen- en tolkamer, ondertekend W.Schuijl notarius publicus.

131 Sr. Dirck van Essch wonende te Bercheijck als enige erfgenaam en executeur van de Heer Arnden van Essch priester en kanunnik tijdens zijn leven te Utrecht wordt genoemd i.v.m. een fundatie van een beurs in het seminarie van ’s-Hertogenbosch gefundeerd door genoemde Heer Dierick van Esch komende uit de goederen van Johan de Roij en Lucia de Vinck echtelieden die een som van 800 gl. heeft betaald in handen van de Eerwaarde Heer en Mr. Dierck Le Mueau [soms ook Le Menau] priester en president van het voornoemde seminarie. Zo zijn gestaan voor de Bossche schepenen de Eerwaarde Heer en Vader in Gode heere Niclaes Zoesius bisschop van de stad ’s-Hertogenbosch als superintendent van genoemd seminarie en de Eerwaarde Heer en mr. Robbert Swertius licenciaat in de rechten en plebaan van de stad als ook de Eerwaarde Leonart van Bornbergen priester en kanunnik als provisoren van genoemd seminarie en hebben een verklaring afgelegd over die 800 gl. vrij van alle beden etc. Genoemd worden de huizen en erven van het seminarie in de Hinthamerstraat in de buurt van het Convent van de Fraters aldaar uitgaande in een straat genaamd de Schilderstraat en andere goederen van het seminarie waar die ook gelegen mogen zijn. Accordeert met het origineel en ondertekend door W.Schuijl notarius publicus.

130 Latijnse akte waarin worden genoemd: de Bossche schepenen D.Theodoris Eschius erfgenaam en executeur van de Eerwaarde Heer Arnoldus Eschij kanunnik in de Sint Janskerk bij Utrecht, het Bossche Seminarie, college van de arme fraters voorheen genaamd beurs uit de goederen van Johannis Rhody en Lucien de Vinck, een beurs in het Willibrorduscollege te Utrecht, Dominus Theodorum Le Muaeu STL en Theodorum Eschium, de decaan van deSt. Jan te ’s-Hertogenbosch, de bisschop van ’s-Hertogenbosch, humaniora philosophie en theologie, [vervelende vouw in het blad 487], Eerwaarde Heer Bisschop Nicolaas Zoes, Bossche schepenen Loeff en Hoerenberch [ zie ook 489 e.v.].