Ze melden op verzoek van Dominus Florentius Schuijl dat Heer Gerrit alhier te Westerhoven een of twee beurzen heeft gesticht tot welkers behoef hij heeft bezet een huis erf hof landen en weiden te Westerhoven in het dorp met als belendingen Marten Coppen, Willem Haelen, waarvan de collator is geweest de bisschop van ’s-Hertogenbosch en ze wisten te melden dat de inkomsten der genoemde goederen 14 à 15 jaren niet zijn gebruikt tot opvoeding der studenten maar ze gaan naarstig op zoek naar de fundatiepapieren of het bewuste testament van Heer Gerardus en hopen binnen 14 dagen daarover te kunnen berichten. Het document is ondertekend door Henrick Geraertss. en helemaal onderaan staat nog dat dit ook wordt verklaard door de pastoor van Bergeijk en spreekt over een bedrag van 400 gl.
Men heeft de brief voorzien van ‘onsen gemeynen zegele, onlangs gemaeckt onder mijn heer den cancelier van Brabant berustende ende tot meerdere versekerheijt van den voors. copere den selven doen teeckenen bij ons greffier ende secretaris, gegeven tot Brussele opten iersten dach der maent van martio inden jaere ons heeren 1572 – opte plycke stont ter ordoninatien ende versuecke van de voorgenoemde staten – onderteknd door Cornelius Weelemans – concordeert met het origineel – attestor W.Verhoeven secretaris der heerlijkheid Dommelen
In de 9e inductie van het pausdom van paus Pius is voor de notaris verschenen in hoogst eigen persoon de eerzame en discrete Heer en Meester Jan Andries persoon [= persoen of pastoor] te Bercheijk en Jan fransen Jacobsen uit Dommelen als executeurs van het testament van wijlen Heer en Meester Peter Everarts van Heese pastoor in zijn tijd van Rijthoven hun oom en hebben een verklaring afgelegd t.a.v. zijn erfelijke goederen ,kerkelijke rechten, wettige schulden en legaten en beurzen door het aanstellen van zes jongens om te mogen leren schrijven en lezen en die bekwaam worden geacht om te gaan studeren, 7 jaar als ze nog thuis wonen en 10 jaar als ze elders gaan studeren en dat zonder bedrog en arglist o.a. te Leuven in artibus met eem beoordeling van de regent of subregent der pedagogiek; in hetzelfde document wordt ook de ‘pedagogogie van den Valck’ genoemd en de ‘opperparochiaen van Sinte Peters te Loven’ ; de studenten te Loven residerende zijn gehouden alle dagen te lezen zo lang ze die beurs bezitten de ‘psalm de Profundis met een collecte pro sacerdote fundatoris et altera pro omnibus fidelibus defunctis’; mocht het gebeuren dat de studenten ‘rebels, ongehoorsaem oft van quaden regiment waren soo sal den regent alsulcken bursieren ter stont mogen priveren ende uijt der bursen stellen sonder yemants consent’; voorts wordt de rol van de opperprochiaen nader omschreven, het bacalaureaat, de promotie, de rovisoren, alle rentebrieven zullen bewaard moeten worden in de daarvoor bestemde kist, wat ook geldt voor ‘principael rentebrieven ende originael brieven oft instrumenten der selver fundatie sullen worden geleet ende bewaert in een stercke kiste daertoe gemaeckt met twee verscheijden slooten’ de ene sleutel voor de rentmeester en de andere aan de parochiaan die de rentmeester vervangt en er wordt een boek aangelegd waarin alle documenten beschreven staan; voorts wordt de functie van de rentmeester toegelicht;