Archieven

64 De schepenen van Berlicum en Middelrode authoriseren Hendrik van Hedel om de inboedel te verkopen van de overleden Johanna Catrina Verbeek voor de armen te Berlicum.

105 Hendrik Willem Rombouts, wonend te Berlicum verklaart dat door overlijden van zijn vrouw Geertruij Gerardus van Grinsven en door langdurende ziektes en overleden enige kinderen de huur van de hoef niet kan betalen. Het overlijden van gemelde supliants vrouw oktober vorig jaar. De supliant was schuldig oktober vorig jaar was de supliant schuldig wegens een schepenschuldbrief gepasseerd 22-3-1780 t.b.v. 't minderjarig kind van Jacob Jan Pennings staand onder voogdij van Arien Verhagen wonend op Caathoven f 600,- en 6 jaren; idem wegens een schepenschuldbrief gepasseerd 22-03-1790 t.b.v. Francis Toon Gooijers f 200,-; idem wegens 2 obligaties gepasseerd te 's-Bosch voor notaris van de Pavort op 06-04-1786 en 28-06-1788 t.b.v. de Drossaard alhier wegens afrekening van huis en landhuizen beide van f 200,-, dus samen f 400,-; idem aan gemelde Drossaard wegens huis en landhuizen tot kerstmis 1791 som van f 239,14, samen f 1.553,14. De supliant jegens gemelde schulden alleen heeft een perceel land te Rosmalen. Suppliants’ vader heeft op 10-04-1792 afstand gedaan van vruchtgebruik van weiland en land alhier genaamd den Wesselbroek t.b.v. zijn zoon Hendrik Willem Rombouts en deze vraagt nu de schepenen om te authoriseren om dit land te verkopen om de schulden te kunnen betalen.

100 Geerdina Arie de Bruijn weduwe Gijsbert Voets, wonend te Berlicum verklaart dat zij is blijven zitten met 4 kinderen, waarvan de oudste nog maar 13 jaar is en is van haar eerste man Piet van Doorn en de 3 andere van haar tweede man Gijsbert Voets. Zij bezit alleen een hoef in de Rosmalense polder genaamd den Bloemhoef, waardig f 70,- en land alhier op de Veedijk in Eiskenskamp, waardig f 200,- in vruchtgebruik. Zij heeft schulden gemaakt bij verdeling aan de mede erfgenamen Lambertus van de Boom, alhier en betaling van huishuur van een jaar. De comparante wil verkopen den Hoef in den Rosmalense polder om de schulden te kunnen voldoen, maar dit kan alleen met authorisatie van de schepenen van Berlicum.

90 Piet Hendriks van de Braak, wonend te Schijndel verklaart in september of oktober op authorisatie van de heren schepenen ten berde heeft gebracht te verkopen een houtbosje en land genaamd het Rijskampke alhier op 't Beekvelt, geschat op f 250,- en f 300,- om daaruit de schulden te kunnen betalen voor de verlaten dochter en haar kind in onderhoud in echt verwekt bij Mattijs van der Aa, welke sinds kerstmis 1789 is vertrokken en niet weet waar hij is. Daar de gemelde onroerende goederen niet meer zouden opbrengen dan f 140,- was de suppliant genoodzaakt om deze te behouden, omdat niet genoeg was om de schulden te betalen. De suppliant verzoekt de schepenen van Berlicum andermaal om f 550,- om de schulden te kunnen betalen.