Per Ami ***
Adg Bosche den 13 febr 1683
Mijn heer Baum saligst,
Hadde al over lang gewacht occasie te hebben om u ed present te doen met de schone cabelijou ( kabeljauw) mae alsoo het wate (r) toe is geweest hebben geen vis konnen bekomen als gisteren en mede de goede gelegendt niet willende laten passeren sonder te bietden ons deugten soos soude ued. den cabelijou dewelke belieft in danck te aenverde gelijck*** te werdt vereerdt twijfele niet oft sult den selve goedt bevinde is bij ander occassie sall toch hoedanig ick u ende geobligeert te w* meijt haer wens wel dat beliefde soo wel te doen om ons transport te houden sall ons te hooghst obligeren ende bij aldien u de occasie hebt om eenige luijde die ons landt wel soude willen haere weedt deselve belieft tot ons te senden sulle haerliede als van u ed. gekomandeert het landt verhuren als oock belieft dese ingesloten aen Jan Jansen Peters geefte tot selven te doen behandigen sulck ons ten hooghst obligeren. Waar weder eenige dienst van ons belieft te ordineren is * eeltens dat ick bij sal blijven.
Mijn bruer? en genege vriendt
Joannes van den Bergh(t)
Cedri ggaerqu ( afkorting?)`