Archieven

8 Wij Jan van de Heuvel en Jan Janssen Broeren, schepenen verklaren dat voor ons zijn verschenen Adriaen Jaspers van der Cammen, Henrick Goijaert Cuijpers, Willem Janssen van Geffen, Jan Claes Cluijtmans en Adriaen Henricks van den Brandt, schepenen te St. Michielsgestel daarin gemachtigd door schepenen, borgemeesters, kerk- en H. Geestmeesters, gezworenen en nog diverse van de belangrijkste geerfden alhier d.d. 9 maart j.l., verklaren aan Peter Janssen Timmermans of aan toonder dezes een bedrag van 275 guldens schuldig te zijn, elke gulden van 20 stuivers vanwege van hem op 17 april j.l. geleend geld ten behoeve van de gemeente alhier en haar inwoners en geerfden, aan hen betaald in ducatons en in rijksdaalders. De gemachtigden namens de gemeente beloven het geld per 17 april 1676 terug te betalen samen met de rente van 5 %. Ingeval de lening langer doorloopt blijft de rente te betalen totdat er volledig is voldaan. Daarvoor verbinden de gemachtigden het bezit van de heerlijkheid, inkomen en belastingen en stellen verder hoofdelijk en samen al hun bezit in onderpand en beloven zich aan gebruikelijk recht te onderwerpen. Voorzien van schependomszegel. Actum 18 april 1675.

6 Wij Jan van de Heuvel en Jan Janssen Broeren, schepenen verklaren dat voor ons zijn verschenen Adriaen Jaspers van der Cammen, Henrick Goijaert Cuijpers, Willem Janssen van Geffen, Jan Claes Cluijtmans en Adriaen Henricks van den Brandt, schepenen te St. Michielsgestel daarin gemachtigd door schepenen, borgemeesters, kerk- en H. Geestmeesters, gezworenen en nog diverse van de belangrijkste geerfden alhier d.d. 9 maart j.l., verklaren aan Jan Cornelis Strick en aan Huijbert Gerrits als voogden over de minderjarige kinderen van Aert Gerrits of aan toonder dezes een bedrag van 500 gulden schuldig te zijn, elke gulden van 20 stuivers vanwege van hen geleend geld ten behoeve van de gemeente alhier en haar inwoners en geerfden, aan hen betaald in ducatons en schillingen, namelijk 300 gulden in dukatons en 200 gulden in schillingen. De gemachtigden namens de gemeente beloven het geld per heden datum over een jaar terug te betalen samen met de rente van 5 %. Ingeval de lening langer doorloopt blijft de rente te betalen totdat er volledig is voldaan. Daarvoor verbinden de gemachtigden het bezit van de heerlijkheid, inkomen en belastingen en stellen verder hoofdelijk en samen al hun bezit in onderpand en beloven zich aan gebruikelijk recht te onderwerpen. Voorzien van schependomszegel. Actum 18 april 1675.

59 Wij Jan van de Heuvel en Jan Janssen Broeren, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Adriaen Jaspers van der Cammen, Henrick Goijaerts Cuijpers, Willem Janssen van Geffen en Jan Claessen Cluijtmans, schepenen alhier, verder Jan Claessen Compeer, Jan Matijs Bartolomeus en Wouter Dielis borgemeesters, verder Anthonis van Venroij, kerkmeester en Christiaen Hagelaers H. Geestmeester alhier, Jan Arijens van Beers, Willem Jan Driessen, Evert Willems de Bever en Willem Evert de Bever, gezworenen en verklaren aan Hendrick Huijberts van Gemert een bedrag van 300 gulden schuldig te zijn, vanwege van hem op 31 juli van dit jaar geleend geld ten behoeve van het dorp. Ze beloven het geld terug te betalen op 31 juli 1675 met een rente van 5 % en als er langer wordt geleend loopt de rente door. Partijen beloven zulks na te komen. Bij aflossing moet men elkaar wederzijds 3 maanden vooraf opzeggen. De schuldenaars staan borg met hun persoon en bezit. Voorzien van schependomszegel. Datum 12 augustus 1674.

58 Wij Jan van de Heuvel en Jan Janssen Broeren, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Henrick Goijaerts Cuijpers, Willem Janssen van Geffen en Jan Claessen Cluijtmans, medeschepenen, verder Adriaen Henricks van den Brandt, Henrick Rutten van Grinsven en Aert Rijcken gewezen borgemeesters, verder Anthonis van Venroij, kerkmeester en Christiaen Hagelaers H. Geestmeester alhier, Jan Arijens van Beers, Willem Jan Driessen, Evert Willems de Bever en Willem Evert de Bever, gezworenen alhier en verklaren aan Adriaen Jaspers van der Cammen of toonder dezes een bedrag van 100 gulden schuldig te zijn, vanwege van hem geleend geld ten behoeve van het dorp op 11 mei van dit jaar. Ze beloven het geld terug te betalen op 11 mei 1675 met een rente van 5 % en als er langer wordt geleend loopt de rente door. Partijen beloven zulks na te komen. Bij aflossing moet men elkaar wederzijds 3 maanden vooraf opzeggen. De schuldenaars staan borg met hun persoon en bezit. Voorzien van schependomszegel. Datum 12 augustus 1674.