Archieven

198 Uit naam van de erfgenamen van wijlen Mr. HendricusMeuleman,auditeur-militair te Grave, verzoekt procureur Johannes Ragaij aan erfdrost Mr. Jan de Lauwre om toestemming te verlenen voor de publieke verkoop van de onder Velp gelegen onroerende goederen. Zijn instemming is vereist omdat de mede-erfgename Catharina Elysabet Meulder nog minderjarig is. Toegevoegd wordt het eerder door Ragaij namens de erfgenamen gedane verzoek aan de magistraat en weeskamer van Grave om hun toestemming en medewerking. In de akte van autorisatie, gepasseerd te Grave op 31.05.1763, wordt in overleg met de provisoren van het Gasthuis te Grave broeder Pieter Jacob Meulder aangesteld tot voogd om zowel de belangen van het kind als die van de weeskamer te behartigen bij de verkoop van de onroerende goederen en de halve Lanckhorst. In de marge van het rekest verklaart De Lauwre zijn toestemming te verlenen voor de verkoop op voorwaarde dat de goederen niet worden verkocht aan z.g. “doode lichaemen” en dat de opbrengst van het aandeel van de minderjarige (1/24e deel) wordt uitgekeerd aan de weeskamer (gedateerd 10.11.1764). Geprotocolleerd: 12.12.1764.

24 Brief aan de borgemeesters en schepenen aan de stad Aarschot. B. Molemakers advocaat en H. van Leemputte Meijer als curators van overleden juffrouw Jacoba Leijten weduwe van Abangelis.

38 Rekest van Antony Peeters van de Sande die aan zijn huis in Schijndel een nieuwe brouwerij zou willen aantimmeren met akkoordverklaring

56 Cornelis Bruijstens, deurwaarder van de leenhove van Brabant uit krachte van mandement crimineel van 28-6-1776 verklaart aan te stellen tot toezichthouder en administrateur over de goederen van Jan van Sleeuwen, meester Hendrik Albert van Adrichem, stadhouder van het officie der stad en meijerij van ’s-Hertogenbosch, die gehouden zal zijn om daar rekening, bewijs en reliqua van te doen.