Archieven

19 Hoogschout BERGAIGNE heeft op 10 januari vanuit ‘sBosch geschreven dat twee soldaten zeggende in dienst te zijn van de Koning van Frankrijk twee paarden zouden hebben gehaald uit het kwartier van Antwerpen en daarmee zijn gekomen bij een herberg te SCHIJNDEL, tot daartoe zijn gevolgd en aldaar aangetroffen door vijf personen gewapend met roers uit het genoemde kwartier van Antwerpen en Balen, die de twee soldaten hebben meegenomen en een van hen om het leven gebracht te hebben.
Bovendien heeft hij een aanmaning rondgestuurd i.v.m. het formeren van de VERPONDINGSQUOHIEREN.

11 Rekest namens de Vrouwe Princesse VAN HOGENZOLLEREN, graaf van Bastigny, Heeren van Heeswyck etc. jonker JAGHER waarin wordt verklaard, dat de Heer PHILIPS VAN THIENEN luitenant kolonel en commandeur van ‘sBosch heeft verzocht om de confirmatie van de brieven die hij meent te hebben van de hertogen Jan en Philips van Brabant inzake het recht van dwang van het gemaal te SCHIJNDEL en BERLICUM.

179 Reactie op een rekest van de ingezetenen van SCHIJNDEL aangeboden op 20 mei jl. i.v.m. een octrooi voor het planten en onhakken van doofhout, steken en verkopen van groes en turf op de gemeijnt volgens hun POOTKAART die ze vanouds hebben. Voorts vragen zijn om een octrooi tot verkoop van 50 bunders gemeijnt tegen vier stuivers per bunder.

111 De regenten van SCHIJNDEL in Peelland onder de meierij van ‘sBosch hebben een uitgebreid rekest geschreven. Daarin stellen ze dat ze eertijds van de Hertog van Brabant bezegelde brieven hebben gehad dd. 1314, 20 januari 1373 en een octrooi voor een POOTKAART op 8 juli 1642. Hierin werd goedegekeurd dat de 2 roeden diep in hun voorhoofden voor hun huizen en erven richting gemeynt eigen heesters mochten planten en i.v.m. het afhouwen verplicht waren aan de hertog de houtschat te betalen en de straten op een behoorlijke breedte te houden.
De rentmr. der domeinen zou ingebracht hebben dat enige ingezetenen die twee roeden hebben overschreden en illegaal allerhande doofhout hebben geplant zoals wilgen, populieren, ‘clateren’, berken, elzen, essen en andere, die allen in beslag zijn genomen, als behorende aan de domeinen. Men heeft dit ook gedaan met de bomen die door het corpus zelf zijn geplant buiten de 80 voeten die in 1612 vergund zijn te mogen planten. Sommige inwoners hadden, uit pure armoede, bomen gekapt, andere turf verkocht in de broeklanden zonder verlof daarvoor verkregen te hebben. De rentmeester is tegen deze misbruiken opgetreden. Ondanks alles dient het corpus toch een verzoek in om 50 bunder te mogen verkopen uit de gemeijnt ter kwijting van hun lasten, uiteraard tegen betaling van een bescheiden recognitiecijns. De stukken worden doorgestuurd naar rentmr. Pieck.