Archieven

22 Egidia Coebergh weduwe van Gerrit Aelberts; Maria van Rijnsdijck weduwe van Cornelis Coebergh; Georgius Smits getrouwd met de dochter van Cornelis Coebergh, Ida Coebergh, echtelieden; overhandigen een besloten testament van 25 november 1719, waarin Cornelia Leunisse weduwe van Jelis Coebergh, mede namens de drie kinderen van haar gestorven dochter Dressina Coebergh, laat na aan haar drie kinderen genaamd Francoise Coebergh genaamd Bournaelie, Cornelis Coebergh en Egidia Coebergh genaamd Aelberts, haar nalatenschap in drie egale delen.

16 Caspar van Ewijck en Willem Grutter als erfgenamen van Sophia van Ewijck overhandigen een besloten testament van 7 februari 1723 van Caspar van Ewijck en Sophia van Ewijck, broer en zuster, die de nalatenschap laten gaan naar de langstlevende van hen beiden. (akte bevat meer informatie)

16 Adriaen van der Meulen, burger te Grave presenteert een besloten testament van 18 april 1713, opgesteld door Maria van der Meulen, meerderjarige dochter, wonende te Grave, waarin zij legateert aan haar broer Arien van der Meulen, martschipper van de stad Grave naar ’s-Gravenhage een obligatie ten bedrage van vijfhonderd gulden; aan haar zuster Geertruijt van der Meulen vrouw van Pieter van der Es een som van honderd gulden en benoemt tot haar enige en universele erfgenaam haar schoonzuster Paulina Gooijers vrouw van voornoemde broer Arien van der Meulen, of bij hun overlijden hun kinderen.

8 Jacobus Hendricus de Haen, Maria Anna weduwe van rentmeester Coebergh en Sophia de Haen overleggen een besloten testament van 3-4-1709 van Johan Adolph van Reissenbergh, waarin hij nietig verklaart het mutueel testament wat hij op 15-3-1681 te Grave met wijlen zijn vrouw Magdalena van Vught heeft opgesteld, waarna ik benoem tot universele erfgenamen Sophia, Jacobus en Maria Anna de Haen, kinderen van wijlen mijn vrouw, waarna ik legateer aan Sophia de Haen de bouwhof de Brunckom, met alle landerijen, huizen, bomen en heggen, uit consideratie en vergelding voor haar affectie en getrouwe dienst en dat zij aan haar broer Jacobus en zuster Maria Anna ieder cloghtegeld, obligaties of weilanden zal geven; daarbij begeer ik dat Jacobus de Haen het huis, hof, brouwerij en ruiterkwartier aan de Brugpoort, kan overnemen voor vierduizend gulden; aan Johannes Alexander, zoon van Jacobus de Haen en Margareta van Dael, waarvan ik doopheffer ben, honderd rijksdaalders; aan Magdalena Johanna, dochter van Johannes Coebergh en Maria Anna de Haen, mijn schaapshoeve.