Archieven

1133 Peter soene wylen Wouters vanden Pals (van Wouteren en wijlen zijn vrouw Heylwigen dochter wylen Aerts vander Heyden) en zijn zus Anna hebben het 2/3 deel in een erfcijns van 6 gulden opgedragen en overgegeven aan hun broer Aernden Wouterss vanden Pals. De erfcijns is een deel van een grotere erfcijns van 9 gulden die Gerit soone wylen Aerts vander Heyden had verkregen van Thonissen soone wylen Aernt Stanssarts en Heylwigen Aerts dochter vander Heyden had 2/3 deel van deze 9 gulden toebedeeld gekregen. De erfcijns wordt betaald uit ‘eenen huyse, hostat ende hoff’ met toebehoren, gelegen aen die Donck
- e.z.: Goessen Geerlyck Knoeden
- a.z.: Rombout Eymbrechtss die Greve

Ook het 2/3 deel van een erfcijns van 2 gulden, welke erfcijns Wouter soone wylen Aernts die Vriese en Sophia dochter wylen Wouter vanden Pals en Jacop soone wylen Jacop Heymericx als man van Aleyden dochter wylen Aerts en Sophie voirgen(oemt) beloofd hadden te betalen aan Geritden Aertss vander Heyden uit ‘eenen stuck lants genoemt die Voortecker’, groot omtrent 1 ‘mauwersaets’, gelegen in die Nederboect
- e.z.: Jan Vrederick Hanricxs
- a.z.: Aert Aertss die Vriese

Heylwigen Aertss dochter vander Heyden had deze erfcijns van 2 gulden deels geërfd van haar broer Geritden en deels verkregen van de erfgenamen van Goert Peter Pautgers.
Getuigen: als boven.

1132 Anna dochter wylen Wouter Peterss vanden Pals (van Wouteren en wijlen zijn vrouw Heylwigen dochter wylen Aerts vander Heyden) en haar broer Aert hebben opgedragen en overgegeven aan hun broer Peteren soone wylen Wouter Peterss vanden Pals het 2/3 deel in ‘eenen huyse, hostat ende hoff’ met toebehoren, gelegen aen dat Havelt in den Tillair, ‘rontom in die gemeynt’. Heylwich Aertd dochter van der heyden had dit ‘huys, hostat ende hoff’ met toevehoren verkregen van Geritden Claeus Dircxs vander Heyden en zijn broer Dircken en zijn zus Mechtelden.
Getuigen: Jan van Tillair en Hanricx Peter Wllemss, ‘scepenen’.

1131 ALeyt, dochter wylen Jan Aertss vander Water, weduwe wylen Jans Jan Maessen met haar tegenwoordige man Jannen soon wylen Thonissen Aert Dircxs heeft ‘vuyt crachte der machten hair geg(even) inden testamente dat Jan Jan Maessen ende Aleyt voirs(creven) gesamender stemmen gemaict hebben ende by wille, raet ende consente van Jannen Joerden Janssoon ende Hanricken soen Hanricx van Hoeck dair toe geconstitueert inden selven testamente’ verkocht, opgedragen en overgegeven aan Willemen soone wylen Hanricx Dircxs ‘een huys, hostat ende hoff’ met toebehoren, gelegen in die Nederbiest
- e.z.: Willem Pynappel
- a.z.: ‘die gemeyne straet’
- e.e.: Willems, de koper
- a.e.: het volgende ‘stuck lants’

Ook ‘eenen acker lants’, gelegen aldaar
- e.z.: Goert Jan Willem Goertss
- a.z.: Willem Pynappel
- e.e.: voornoemde ‘hostat’
- a.e.: Rombout Hanricx Lamberts

Lasten:
- ‘eenen tuyn grontchijns’
- een erfpacht van 1 ‘mauwer roggen’, ‘Bosscher maten’ aan de kinderen en erfgenamen van Jan Jan Maessen
- het onderhoud van een deel van ‘die landtwere

Wautgeren soon wylen Jans vander Asseldonck als wijlen man van Ave dochter wylen Willem Geritss had dit goed toebedeeld gekregen en Jannen Jan Maessen en zijn broer Wautgeren hadden het goed vervolgens geërfd van Ave we(duw)e wylen Wautger Janss voirs(creven). Daarna had Jan Jan Maessens de helft van dit goed verkregen van zijn broer Wautgeren.
Getuigen: als boven.

1130 Lambert soone wylen Hanricx Janss die Vriese heeft verkocht, opgedragen en overgegeven aan Loenissen soone Ariaen heer Loeniss vander Horst ‘een huys, schuer, scop ende bachuys, hostat ende hoff’ met toebehoren, gelegen aen die Herbersswyck en int Davelair
- e.z.: de erfgenamen van Jan Vrederick Hanricxs met anderen
- a.z.: ‘die gemeyn straet’
- e.e.: de erfgenamen van Jan Vredericx
- a.e.: de erfgenamen van Danelt Daneltss van Haselberch
Lasten:
- een grondcijns van 0-2-8 aan de heer van Helmont
- een erfpacht van 1 ‘mud roggen’, ‘der maten van Den Bosch’, ‘ende aldair te leveren eenen convent in Hollant’
- een erfcijns van 6 Bossche ponden payments aan de erfgenamen van heer Jans van Brecht
- het onderhoud van een deel van ‘die lantwere’

Lamberden, de verkoper, had dit ‘huis, hostat ende hoff’ met toebehoren toebedeeld gekregen.
Getuigen: Peter Heymans en Jan van Tillair, ‘scepenen’.