ten verzoeke van 1e. Hendricus van Leeuwen en 2e. Willem van Leeuwen beiden woonende te Oijen, 3e. den Heer Adrianus Sengers Jacobuszoon, burgemeester der gemeente Oijen en Teeffelen wonende te Megen als als bij vonnis der Arrondissements Regtbank te 's Hertogenbosch van den 20 September dezes jaars benoemd tot onzijdig persoon om hen die ingebreke blijven om aan de werkzaamheden dezer scheiding deel te nemen te vertegenwoordigen.
Zijnde daarbij niet verschenen Johannes van Leeuwen wonende te Oss en Adrianus Vorstenbosch gehuwd met Maria Catharina van Leeuwen beiden wonende te 's Hertogenbosch eischers tegen Hendrica van Leeuwen, Willem van Leeuwen, Hendricus van Leeuwen, allen wonende te Oijen en Lambertus van Gemert als gehuwd met Wilhelmina van Leeuwen, fabriek arbeiders wonende te Burgwaldniel bij Dülken Kreiz Kempen Pruissen waarbij de verschenen personen hebben te kennen gegeven van oordeel te zijn, dat de onderwerpelijke goederen tot geen verdeeling vatbaar zijn
ten verzoeke van 1e. Johanna Ramaer weduwe van Jan Arend van der Kaaij te Oijen in eigennaam en als moeder en wettige voogdes over hare twee nog minderjarige kinderen in echt verwekt bij haren genoemden overleden man genaamd Jan Hendrik en Johannes Albertus van der Kaaij, 2e, Marinus Josephus Ramaer te Maasbommel woonachtig als toeziende voogd over gemelde minderjarigen, uit krachte der magtiging van de arrondissements regtbank te 's Hertogenbosch van den 30 Mei 1877