Notaris-, schepen- en andere akten

40 Reijnier de Haan heeft uit crachte van procuratie dd 03-04-1684 gepasseert voor Gerrit van Heijninge onderschout der heerlijkheid Hoogmade , Leendert Dirckse Swetsloot en [mouringh] Cornelisse de Graaff schepenen derzelve heerlijkheid als getuigen daartoe verzocht, gegeven bij de hoogedele vrouwe Maria Albertina Criestina gravinne van Merode Baronne Douagere de Poelgeest zo voor haar zelve alsmede in kwaliteit als testamentaire voogdesse over haar kinderen geprocureert bij heer Gerartvrijheer van Poelgeest en Koudekerke, ons schepenen gebleken. Heeft gevest Aghnees Jacoba [Guilin] weduwe van Jacobus de Lange in zijn leven koopman tot Brugge, een huis genaamd De Overhage met 2 bouwhoven daar aan gelegen onder de hoofbank van Cuijk groot 20 mergen. Nog een hooicamp genaamd de Nieuwe Camp aan het Cuickse Broeck omtrent Den Drul, groot 2 mergen, alles zo en gelijk in erfelijkheid heeft toegekomen en in gebruik is bij jonker Jan van Gaelen en daarna bij de heer van Onsenoort en nu bij de vrouwe constituante. Vrij erf uitgezonderd jaarlijkse rente van 189 gulden aan de erfgenamen van Catharina Crebbers. Ten overstaan van Weijnandt Droevendaal en Johan Crebbers schepenen tot Cuijk.