Belangende dat Peterken Derven geene kennisse vande voorschreven obligatie en sou hebben, gelick geprotesteert wordt, daermit daarmee contendieert sij haer selfs , alsoo bij het voorgaand dictum van harentwege gedaen compt presenteren aan Algund Scheers uijt te keren tgene deselve boven haer overmijnt regt van de gementioneerde parcelen sall comen over te schieten, oversulckx verclaerend partijers gedicteerd als impertinent, ende frivool, persisteert. Ex adverto persisteert noch uitdruckelick bij sijn vorige gesusstineeerd, ende dat noijt of oijt Peterken Derven de voornoemde obligatie gesien, gelesen ofte geteckent heft, ende dat de cautie de rato niet en kan aengaen, als sijnde niet juris, noch naer de lant regt. Ex adverto persisteert verderin ,daerbij voorgevend dat partije selfs versouckt om oppositie te mogen becomen. Ex adverto segt dat sulx alleen is gedaen tot dat comparant erst sall toonen volmagt.
2 junij 1685: Is comparant Peterken Voss, ende seght allen tgenede Meijer in desen geseght ende gedicteert heft, te wesen haer will
Hodi 2 junij 1685 Dit wordt op de volle banck, mits desen gefurcheert, ende uijtgestelt tot woonsdagh ten naesten, Getekent: Jan op de Steegh schepen;Jan Gielens schepen;Theod: Baum landschrijver
Op heden 4 julij compareert Ludolp de Haen ende exhiberende procuratie van Hr Johan Coebergh ende juffrouw Margeritta de Haen echteluiden, ten daermede tot rectificatie van tgene bij hem de Haen opde 2 junij gedaen, alsmede de obligatieen ex quibus , waarmede desselven sustineert volcomentlik te hebben voldaen, versoeckend dient halven prout in primo.
24 8bris 1685 juridica velp
De Haen voor de weduwe Jan Coebergh sahliger repeteerd sijn vorig, versouckt afdoening deser sacke, bij sijn pe** in deliberatie, ende als sulx bij continuatie , van opten termina, ende desen toe gehouden. De Meijer van opponenten persistereren dergene bij sijn well dicteerde van lestleden gerichtsdagh voorhouden daarbij dat sulx in der daet waerachtig is dat den pretenssen evincent in desen,
Deses saecke moeten rejustineren in de voornoemde opponenten, den vortganck alsselvens wettelick moeten doen de* t*cieeeren allen t welcke niet gedaen sijnde, soos al onder reverentie de persoonse opruiming niet machteloos te sijn ende dee opponenten daervan geabsolveert, cum expensis.
Decretum: In protocolum gestelt op dato 7 november 1685.
In rechtermarge: 6 gl 14 st 10- De Meijer 1-1-8.
Op heden 4 julij 1685 stat ad **xme ende ter delibratie. Comt de regt in acte ende *******