Notaris-, schepen- en andere akten

Cornelis Looverenbosch en Willemina Janssen Vos, echtelieden, op langstlevende. Hun jongste dochter Willemina krijgt f 200,-- en alle gerede goederen voor haar trouwe diensten. Universele erfgenamen zijn hun vier kinderen: Maria, Bastiaan, Joanna en Willemina Cornelissen.

234 Cornelis van Kessel en zijn vrouw Theodora van Hesewijck, wonende te Overlangel, maken een testament op de langstlevende. Theodora ligt ziek op bed. De legitieme portie van de kinderen is 25 gulden in totaal. Als de langstlevende gaat hertrouwen, dan moet de boedel meteen worden verdeeld. Ze legateren vooraf 100 gulden aan Maria van Kessel. De rest wordt in twee helften verdeeld aan Francis van Kessel, getrouwd met Johanna van den Ancker of hun kinderen en aan Maria van Kessel, getrouwd met Gerardus Schippers of hun kinderen. Het kind van Arnoldus van Kessel, uit zijn huwelijk met Johanna Francis Claese de Swart, krijgt 25 gulden hollands.

3 Gerard Vermeulen, openbaar notaris en de getuigen Laurens van Duren en Jan van Wel, schepenen van Herpen verklaren op 29-04-1748 dat Joannes Ruijs, pastoor te Neerloon en rector te Overlangel enigzins ziek is, maar goed van verstand. Acte van aperture 19-10-1748. Op verzoek van Jan van Gemert en suster Maria van Gemert hebben de schepenen en landschrijver van de dingbank van Herpen het testament gecontroleerd.

2 Joannes Ruijs, rooms priester, pastoor te Neerloon en rector te Overlangel maakt zijn testament op. De landdeken van St. Tonis, de pastoors van Oploo, Wanroij, Niftric, Herpen, Uden en de pater rector van de Nonnen, de prior, kapelaan Huijsman mogen op de uitvaart komen en krijgen allemaal een dukaat om daarvoor missen te lezen. Hij herroept het vorige testament. Hij legateert aan zijn nicht, suster Maria van Gemert alle gegoten en geslagen zilver. Aan Hendrijn van Gemert zijn beste bed met toebehoren. Aan Willemijn van Gemert een bed met peuleuw, twee kussens en twee dekens. Aan neef Jan van Gemert zijn beste paard en 400 gulden ten laste van Dirc Reijs omdat hij peetoom is van zijn dochter voor een pillegifte en nog 1200 gulden tot laste van Marij Rut Laemers om zijn zoon daarvan te laten studeren. Hij legateert aan zijn drie nichten, Marij, Hendrijn en Willemijn van Gemert ieder 150 gulden. De inboedel moet publiek worden verkocht ten behoeve van de armen. Naast de in het eerdere testament genoemde legaten aan de gemeene naebueren van Overlangel legateert Joannes nog een stuk land te Overlangel aan den Rigtweg, afkomstig van Jan de Haen. Joh. Fr. Cloegh en de licentiant Joan. Cloegh, vader en zoon worden aangesteld als executeurs en krijgen daarvoor 150 gulden. Acte Overlangel, 29-04-1748.